bijlage 10
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR.
9 4 maart 1930 -2.07.351.12
VOORSTEL TOT VERKOOP VAN BOUWGROND IN DE BESTEMMINGSPLANNEN "A.M. DE JONG-PARK'1
EN"BOERENGORS FASE II".
Aan de gemeenteraad.
Zoals u bekend is, hebben een drietal personen, waaraan bouwgrond is verkocht
in het bestemmingsplan "A.M. de Jong-park", afgezien van hun aanvankelijke bouw
plannen. Het betreft hier de verkopen aan de heer Van Vliet, de heer Hogenboom
en de heer Ridderhof. Het raadsbesluit tot bovengenoemde verkopen luidt, dat
het college van burgemeester en wethouders de gronden evt. kunnen verkopen aan een
ander in de plaats tredend persoon. Gezien echter door uw raad uitdrukkelijk enige
normen zijn vastgesteld voor verkoop van bouwgrond, wil ons college hierop geen
inbreuk maken, zonder dat u een nadere uitspraak doet.
Ons college stelt zich nl. voor om een gedeelte van het A.M. de Jong-park geheel
af te maken wat betreft straataanleg, graven vijvers en aanleg beplantingen. Het gaat
hier om het zuidelijke gedeelte, omsloten door de hoek Wenerstraat-Molenweg, en het
betreft drie percelen t.w. de nummers 22, 24 en 28.
Hiervoor zijn thans drie gegadigden, inwoners van onze gemeente, te weten:
de heren A.J. Vermeer 3 jaar inwoner); L. Luijks 2 jaar inwoner); en J. Dukers
3| jaar inwoner). De voorwaarde is, dat zij 5 jaar in de gemeente woonachtig zijn,
waaraan derhalve niet wordt voldaan.
Betreffende personen willen bijzonder graag voor een perceel bouwgrond in aan
merking komen. Onzerzijds bestaat hiertegen geen bezwaar, daar verwacht mag worden,
dat deze personen blijvend woonachtig wensen te zijn in onze gemeente. Voor het
overige mag ons college om financiële redenen u voorstellen de drie percelen te
verkopen. Indien op korte termijn de bedoelde percelen kunnen worden bebouwd, kan
met het woonrijp-maken van dat gedeelte hierop worden gewacht. Zo dit een langere
tijd moet duren, dan zullen de nodige werkzaamheden toch moeten worden verricht
om aan de huidige bewoners enig recht te doen. Dit impliceert echter wel, dat na
voltooiing van de nog drie te bouwen woningen het gehele woonrijp-maken, zoals be
straten en beplanten, opnieuw moet worden gedaan. Dit kost dubbel geld, en hierop is
bij de financieringsopzet geen rekening gehouden. De grondprijs zou met de dubbele
kosten van woonrijp-maken moeten worden verhoogd. Deze verhoging moet voorkomen
worden, daar dit ten nadele is van de toekomstige bouwers;
- De grondprijs -