I c. Ontbreken ook de in dit lid genoemde kinderen, dan geschiedt de toekenning van het bedrag als bedoeld in het eerste lid, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broeders of zusters, ten behoeve van deze betrekkingen. 3. Op het bedrag als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt in mindering gebracht dat deel van het bedrag waarop de nagelaten betrekkingen van de overledene ter zake van diens overlijden aanspraak kunnen maken krach tens enige wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werk loosheid, of krachtens artikel E 13, lid 10,van het Algemeen Ambtenarenreglement. 4. Indien de overledene geen betrekkingen, als bedoeld in het tweede lid, nalaat, kan het daarbedoelde bedrag ge heel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien de nalatenschap van de overledene voor de beta ling van die kosten ontoereikend is. Artikel 12. Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven. Artikel 13. In bijzondere gevallen of groepen van gevallen waarin de toepassing van deze verordening tot een naar het oordeel van burgemeester en wethouders onredelijke uitkomst leidt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd overeenkomstig de strekking van deze verordening te beslissen. Artikel 14. In artikel 7 wordt voor artikel N 9, derde lid, tot 1 januari 1980 gelezen artikel N 9, vierde lid.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1980 | | pagina 107