- 2 -
Artikel 3: Het beroepschrift.
1Het beroepschrift dient de redenen van het beroep te vermelden en door de
bejaarde te worden ondertekend.
2. Indien ook de echtge(o)t(e) van de bejaarde het beroep wenst, dan wordt
hij/zij door mede-ondertekening van het beroepschrift geacht eveneens het
beroep te hebben ingesteld.
Artikel 4: De ontvangst van het beroepschrift.
1. Burgemeester en wethouders delen binnen een week na ontvangst van het beroep
schrift aan de indiener mede de datum waarop het is ontvangen.
2. Indien het beroepschrift niet binnen de in artikel 2 genoemde termijn is ont
vangen, verklaren burgemeester en wethouders de indiener in zijn beroep niet-
ontvankelijk.
3. Wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ont
vangen, blijft niet-ontvankelijk-verklaring achterwege indien de indiener
naar het oordeel van burgemeester en wethouders op genoegzame wijze aantoont,
dat hij/zij zo spoedig mogelijk als dit redelijkerwijs verlangd kon worden
in beroep is gekomen.
Artikel 5s Het doorzenden van het beroepschrift.
Burgemeester en wethouders stellen binnen een week na de ontvangst van een be
roepschrift de commissie hiervan in kennis door middel van het toezeiden van een
afschrift daarvan.
Artikel 6: -Het onderzoek.
1Door de maatschappelijk werker wordt naar aanleiding van een ontvangen beroep
schrift een onderzoek ingesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen
4 tot en met 10 van het besluit.
2. Nadat de maatschappelijk werker het onderzoek heeft verricht, bespreekt hij
de resultaten hiervan met de arts.
3. Indien de arts daartoe aanleiding ziet, raadpleegt hij de huisarts van de be
jaarde en eventueel andere hem/haar behandelende artsen of stelt hij zo nodig
zelf een onderzoek in naar de toestand van de bejaarde.
4. Indien de maatschappelijk werker en/of de arts dit op psycho-sociale en/of
medische gronden noodzakelijk achten, wordt een nader onderzoek ingesteld
door ter zake deskundigen.
Artikel 7Het samenstellen van het advies.
1Op grond van en met vermelding van de resultaten van de onderzoeken als be
doeld in artikel 6 stellen de maatschappelijk werker en de arts een advies
op ten behoeve van de door burgemeester en wethouders op het beroepschrift te
nemen beslissing. In het advies schenken zij aandacht aan de criteria, ge
noemd in artikel 14, le en 2e lid, van het besluit.
Het advies wordt zowel door de maatschappelijk werker als door de arts onder
tekend
2. De maatschappelijk werker en de arts zenden hun advies binnen vijf weken na
de datum van ontvangst van het beroepschrift als bedoeld in artikel 4, eerste
lid, toe aan burgemeester en wethouders.
3. Op verzoek van de maatschappelijk werker en/of de arts kunnen burgemeester
en wethouders de in het tweede lid genoemde termijn éénmaal met ten hoogste
vier waken verlengen. Van deze verlenging wordt kennis gegeven aan de maat
schappelijk werker en de arts.
Artikel 8: De verzending van het advies.
1. Burgemeester en i<?ethouders zenden hee Ir maatschappelijk werker en de
arts uitgebracht advies als bedoeld in artikel 7, eerste lid, in afschrift
toe aan de commissie. Zij stellen tevens de indiener van het beroepschrift
schriftelijk in kennis van de inhoud van bedoeld advies.
- 2. -