- 2 - 4. de belastingen., welke van het onroerend goed worden geheven» komen voor rekening van de opstalhoudster met ingang van i januari aanstaande en blijven te haren laste tot de eerste januari na het einde van het opstal recht» 5. de onder 1 gemelde vergoeding moet worden voldaan zonder enige kosten» korting» inhouding of vergelijking» 6» de krachtens dit recht van opstal te bouwen kantine moet in goede staat van onderhoud worden gehouden» zulks ter beoordeling van de burgemeester en wethouders; bij het niat-voldoen aan deze verplichting is de gemeente ge rechtigd het onderhoud op kosten van opstalhoudster zelf uit te voeren; 7. onverminderd het bepaalde in de Drank- en Horecawet en/of in de krachtens die wet te verlenen vergunning mag van de kantine (het gebouwde) alleen voor doeleinden in het kader van de sport worden aangewendte weten: a. tijdens gebruik van de tennisbanenmaximaa1 één uur Voor en twee uren na het gebruik; b. tijdens wedstrijden» en maximaal één uur voor en twee uren na de wedstrijden; c» tijdens vergaderingen» direct met de sport verband houdende; d. tijdens film- en/of instructie-avonden» direct met de sport verband houdende Ander gebruik in welke zin ook is verboden» tenzij burgemeester en wethouders ontheffing verlenen. Gebruik voor bruiloften» verjaardagen of andere partijen is verboden; 8. bij het niet~voldoen aan een of meer van de in dit besluit opgenomen be palingen en bedingen heeft de gemeente de bevoegdheid dadelijk het opstal recht te doen beëindigen» zonder dat enige ingebrekestelling of rechter lijke uitspraak zal zijn vereist; 9. bij het einde van het opstalrecht vergoedt de gemeente de waarde van de door de opstalhoudster gestichte gebouwen; zij is niet verplicht de waarde te vergoeden van getimmerten en beplantingen» al mochten deze ook met goedkeuring van burgemeester era wethouders zijn aangebracht. de te vergoeden waarde wordt door burgemeester en wethouders en de laatste opstalhoudster in onderling overleg vastgesteld naar de staat» waarin de ge bouwen zich bevinden bij het einde van het opstalrecht; - indien -

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1979 | | pagina 137