Bijlage 14<
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR.
13 21 mei 1979 -2.07.351.12
VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN BELEIDSNOTA BETREFFENDE OVERDRACHT VAN
WONINGWETWONINGEN AAN DE BEWONERS.
Aan de gemeenteraad»
Bij schrijven van 19 januari 1979 verzoekt de minister van volkshuisvesting
en ruimtelijke ordening de gemeentebesturen een beleidsnota samen te stellen
betreffende de overdracht van woningwetwoningen aan de bewoners.
Reeds in zijn circulaire van 24 augustus 1973, I1G 78.24, wees de minister,
voornoemd, erop, dat de verzoeken om verkoop getoetst moeten worden aan het algemene
volkshuisvestingsbelang. Zolang in de behoefte aan goedkope huurwoningen niet
voldoende is voorzien, kan de verkoop van woningwetwoningen dat belang schaden.
Aan de gemeente wordt overgelaten om plaatselijk de situatie te beoordelen.
Daartoe dient de gemeenteraad echter een beleidsnota op te stellen voor een
periode van drie jaar, waarbij rekening wordt gehouden met een aantal factoren.
Zo moet tot uitdrukking komen liet aantal aanwezige goedkope woningen naar huur-
klasse, een indeling van de bevolking naar inkomenklasse en het aantal ingeschreven
woningzoekenden. De beleidsnota dient door gedeputeerde staten van een advies te
worden voorzien, waarna de nota de goedkeuring behoeft van de minister.
De nota dient binnen zes maanden te zijn vastgesteld. De verkopen van woningwet
woningen zullen steeds getoetst worden aan die nota. Reden, waarom wij u voor
stellen een dergelijke nota vast te stellen. Als uitgangspunt moge het volgende
dienen
a. Aantal woningwetwoningen gebouwd in de gemeente.
c.q. in beheer bij de gemeente.
1948 6 duplexvoningen
2 simplexwoningen
1953 10 woningwetwoningen
1954 30 Oostenrijkse geschenkwon
16 Noorse geschenkwoningen
1956 32 woningwetwoningen
1958 6 woningwetwoningen
I960 2
1962. 4
1964 6
waarvan 1 verkocht
4 verkocht
9
16
13
4
- zie vervolg op blz. 2 -