GEMEENTE N I E U W - VOSS E M E E R Bijlage 7, De raad der gemeente Nieuw-Vossemeer; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 1978; gelet op de artikelen 272 en 274a der gemeentewet; besluit: vast te stellen de navolgende verordening: "Verordening op de heffing van een belasting op de honden in de gemeente Nieuw-Vossemeer". Artikel I. Ter zake*van het houden van honden wordt onder de naam hondenbelasting een belasting geheven overeenkomstig de volgende bepalingen. Artikel 1. De belasting wordt geheven van de houders van honden, die in de gemeente hun hoofdverblijf houden of er gedurende 90 dagen of meer van het belasting jaar verblijven. 2. Als houders van honden worden aangemerkt zij, die een hond onder welke titel ook, in bezit, in bewaring of onder toezicht hebben. 3. Voor toepassing van deze verordening wordt het hoofd van het gezin aange merkt als de houder van de hond of de honden, gehouden door leden van zijn gezin en door bij hem inwonend personeel. Artikel III. De grondslag waarnaar de belasting wordt geheven is het aantal honden. Artikel IV. De belasting bedraagt per jaar 23,25 voor elke hond. Artikel V. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag. Artikel VI. 1. Indien de belastingplicht aanvangt na 30 juni wordt de belasting voor de helft geheven. 2. De belasting wordt niet geheven voor: a. honden beneden de leeftijd van drie maanden; b. honden uitsluitend dienende tot geleiding van blinden; c. politiehonden, door ambtenaren van politie gehouden ter verrichting van opsporingsdiensten;

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1978 | | pagina 97