GEMEENTE N I E U W - VOSS E M E E R
Bijlage 6.
De raad der gemeente Nieuw-Vossemeer;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 1978;
gelet op artikel 24 van de Drank- en Horecawet en op de artikelen 269 e.v.
van de gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening op de heffing van een belasting in
de gemeente Nieuw-Vossemeer, wegens het verstrekken van sterke drank, als
bedoeld in artikel 24 van de Drank- en Horecawet.
Artikel 1
Aard der belasting.
Onder de naam Drank- en Horecabelasting wordt een jaarlijkse belasting geheven
wegens het net vergunning uitoefenen van:
a. enig horecabedrijf, tot welke uitoefening behoort het bedrijfsmatig ver
strekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
b. het slijtersbedrijf
c. de werkzaamheid, bestaande in het anders dan bedrijfsmatig en anders dan om
niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholhoudende drank.
Artikel 2.
Belastingplicht.
1. Belastingplichtige is de ondernemer, te wiens name een vergunning voor het
uitoefenen van een bedrijf of werkzaamheid, als bedoeld in artikel 1, in het
belastingjaar is gesteld, of degene die in het belastingjaar het bedrijf of
de werkzaamheid uitoefent met toepassing van artikel 4, derde lid, van de
Drank- en Horecawet;
2. Indien de vergunning is gesteld ten name van twee of meer personen, is ieder
hoofdelijk voor het gehele bedrag van de aanslag aansprakelijk.
Artikel 3.
Grondslag.
Grondslag voor de berekening van de belasting is het aantal liters sterke
drank, in het belastingjaar omgezet bij het uitoefenen van een bedrijf of
werkzaamheid, als bedoeld in artikel 1.
Artikel 4.
Belastingjaar.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
- Artikel 5. -