AGENDAPUNT 10 RAADSVERGADERING 7 november 1978 CODENR. bijlage -1<336 VOORSTEL TOT OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEID MET BETREKKING TOT VERHAAL VAN UITKERINGEN INGEVOLGE DE WET WERKLOOSHEIDSVOORZIENING. Aan de gemeenteraad. Alhoewel het in onze gemeente nog niet aan de orde is geweest, komt het voor, dat als gevolg van onjuiste of onvolledige opgaven ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkeringen worden verstrekt ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening. Wanneer zulke gevallen aan het licht komen, wordt zo mogelijk - in overleg met de betrokkenen - een regeling getroffen tot teruggaaf van de teveel ontvangen gelden. Als een dergelijke minnelijke regeling niet kan worden getroffen, of als een getroffen regeling niet wordt nagekomen, zal teruggaaf van het teveel genotene op andere wijze moeten kunnen worden bewerkstelligd en wel middels een gerechtelijke procedure. Door de Divosa wordt geadviseerd een afzonderlijke regeling hiervoor te treffen. Ingevolge de bepalingen van de gemeentewet behoort - behoudens delegatie aan het colle ge van burgemeester en wethouders - nl, de gemeenteraad te beoordelen en te beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd. Dit wil de Divosa voor komen. Ook wij achten het minder gewenst, dat zulke zaken aan de orde worden gesteld in een openbare vergadering van uw raad, omdat dan privé-omstandigheden van individuele burgers - zonder noodzaak - in de publiciteit worden gebracht. Dit kan worden voor komen, als uw raad ons college machtigt om te beoordelen en te beslissen, of in zulk een kwestie van gemeentewege een rechtsgeding zal worden gevoerd. Onder het voeren van een rechtsgeding moet te dezen niet alleen worden verstaan het aanhangig maken in eerste aanleg, maar ook het instellen, zonodig, van hoger beroep en cassatie. Aan de machtiging kan als voorschrift worden verbonden, dat wij periodiek aan uw raad op gaaf doen van de door ons college krachtens die delegatie genomen besluiten. De machtiging kan beperkt blijven tot zaken betreffende verhaal van uitkeringen, welke ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening zijn verstrekt. Het verhaal namelijk van onrechtmatig genoten uitkeringen krachtens de Algemene Bijstandswet en de daarop steunende rijksgroepsregelingen is geheel geregeld in de Algemene Bijstandswet; daar bij zijn de colleges van burgemeester en wethouders rechtstreeks aangewezen als de bevoegde instantie om teruggaaf van gelden te vorderen, ongeacht de hoogte van het bedrag. Wij stellen uw raad derhalve voor, tot de bedoelde machtiging te besluiten door vaststelling van het hierna opgenomen ontwerp-besluit. Nieuw-Vossemeer, 6 september 1978. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de wethouder, de burgemeester, M.J.J. Perdaems. A.G.O.A. Remery.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1978 | | pagina 52