Meneer de Voorzitter;
Byzonder graag neem ik voor het eerst vertegenwoordigd in uw
Gemeenteraad, deel aan de beschouwingen over de door uw college aange
boden begroting.
Blijkbaar was ook uw college verheugd met de komst van een CDA-er in uw
raad, dat heb ik tenminste gezien als de reden, dat u de begroting
en de bijlage de stemmige CDA-kleur hebt gegeven en er tussendoor nog
verfraait is met mijn eigen kleur voor de kapitaalsdienst en de
verzameling.
Dat de aanbiedingsnota van uw gemeente gratis ter beschikking werd
gesteld aan iedere geïnteresseerde vind ik een goede zaak.
Namens degene, die hiervan gebruik konden maken, zeggen wij u dan ook
hartelijk dank en zeker voor de samensteller voor dit goede initiatief
De door u aangeboden beleidsnota met investeringsplan, geeft mij een
duidelijk beeld van het beleid, dat uw college heeft uitgestippeld
voor het komende jaar 1979.
Het totaal gaf mij de indruk van een degelijk stuk werk.
Ik verzoek uw college dan ook om degenen die hiervoor verantwoorde
lijk zijn, mijn waardering over te brengen.
Meneer de voorzitter, ik heb dit jaar voor het eerst als
lijsttrekker aan de verkiezingen meegedaan, zei het onder mijn eigen
naam, maar met toch het CDA-plan vooropgesteld.
Ik stel vast;
A. dat in vergelijking met de vorige raadsamenstelling, het aantal
leden dat een politieke partij vertegenwoordigt van éên op twee
is gekomen,
B. dat er in ons land eigenlijk maar dtie stromingen bestaan met een
duidelijke opvatting over de inrichting van onze samenleving als
geheel, al wil men het hier in de vergadering doen voorkomen, als
zouden er meerderen zijn.
Ik signaleer het eerste en constateer het tweede., omdat daarin een
duidelijke toekomstige ontwikkeling ligt opgesloten.
Ik meneer de voorzitter, probeer daar op een constructieve wijze op
in te spelen.
Graag nog een enkel woord van de CDA-visie op de genoemde drie
stromingen. De christendemocratische opvatting gaat uit van de
dienstbaarheid aan God en de medemens, ongeacht zijn of haar ras,
afkomst of economische macht) positie en het daarbij dragen van
een eigen verantwoordelijkheid.
Hierbij wordt de mens dus niet gezien als een ondergeschikt
lid van een belangengroep, geheel overheerst door de partij of de
alles aan zich trekkende staat, zaals in de socialistische visie.
Ook wordt de mens niet beschouwd als een volkomen vrij individu
dat van de hem, of haar ter beschikking staande middelen en kansen
maar moet zien te maken, wat hij of zij kan, zoals in de liberale visie.
Nee, de mens heeft ongeacht de groep waartoe hij meent te behoren,
een eigen perssonlijke opdracht en verantwoordelijkheid ten opzichte
van God, van zichzelf en van al zijn medemensen.Wat hij allêên kan,
moet hij trachten te bereiken; waar meer krachten nodig zijn, moet
hij samenwerken; waar grote doelen niet voor de eenling of de
kleinere groep te verwezenlijken zijn, zal de overheid of liever
de hele gemeenschap mee moeten helpen.
Dit vertaalt het CDA in zijn programmaleuze SAMEN VERANTWOORDELIJK"