Hebben raadsleden en de plaatselijke bevolking werkelijk mee kunnen doen aan een verkennend onderzoek, doelstelling, nader onderzoek, programma van eisen, alternatieve ontwerpen? Keen, mijnheer de voorzitter, dat is niet zo» Meestal kan men er alleen nog maar wat krenten uit pikken. En toch, hebben we het gevoel, dat het college zelf ook niet gelukkig kan zijn met een 'beleid, dat niet gedragen wordt door werkelijke inspraak, een herkenbare inspraak. Ook het college zal toch zo af en toe wel eens behoefte gevoelen aan adviezen vanuit de bevolking op werkelijke gebieden? Ook zij zullen toch niet twijfelen aan de plaatselijke deskundig- neiü op verschillende deelterreinen, zoals bv, 'sport, jeugd zaken, culturele aangelegenheden, sociale aangelegenheden, volkshuisvesting enz.? Ik, weet vanuit het verleden dat het college open-staat voor opbouwende kritiek en dat zij liever met mhoudvolle argumenten in de Raadsvergadering werken, dan alleen maar naar een. ja knikken te kijken mradat een agendapunt niet meer geheel te overzien ip? Vanuit die overwegingen, mijnheer de voorzitter, zal niemand net dan ook vreemd vinden, dat wij de Raad eenvoorstel doen om te komen tot de opzet van commissies ex. art, 61. Die instelling moet namelijk geschieden bij plaatselijke verordening, in die commissies moeten naast raadsleden ook burgers benoemd worden. Het voorstel kan als volgt worden gezien: 1I. instelling commissies ex. art, 61 met het oog op de behar tiging van bepaalde belangen, geënt op de hoofdstukken van de gemeentebegroting voor wat de indeling betreft. 2. genoemde commissies brengen advies uit aan het College. Dit tcan ge beuren op aanvraag van het College, maar ook uit eigen initiatief over'bepaalde zaken. 3. tijdsduur van de commissies kan worden bepaald op de huidige zittingsperiode; "to ï-n de commissies sullen zitting heboen 3 raadsleden en 3 uoor de Raad. .benoemde burgers waarbij uitgegaan wordt van een ®venv/chtige verdeling tussen de verschillende politieke partijen/groeperingen welke zitting hebben in de Raad. Brandweer. uiet op de laatste plaats neb iv oio d steeds gepleit voor bet ere vn^- «aadslio van de P.v.d.A. zoals bijstelling belang dan?" ^leningen, omtrent de Brandweer, gehoor aan gegeven.®' 13 dUS ÜOOr het College goed bevolking. veillfo gevoel voor de gehele

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1978 | | pagina 139