A
b. het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappijen,
vennootschappen, coöperatieve of andere verenigingen dan wel
het ontbinden daarvan of het beeindigen van deelneming;
c. het aangaan van geldleningen en van rekening-courant-overeen
komsten;
d. het uitlenen van gelden en het waarborgen van geldelijke ver
plichtingen door anderen aan te gaan;
e. het vervreemden of bezwaren van goederen van de C.P.A.;
f. het onderhands verhuren, verpachten of het in gebruik geven van
goederen van de G.P.A.;
g. het onderhands aanbesteden van werken of leveranties;
h. het doen van een uitgaaf voordat de begroting of begrotingswij
ziging waarbij deze uitgaaf is geraamd is goedgekeurd.
Artikel 8.
1. De leden van het algemeen bestuur, genoemd in artikel 5, lid 1,
onder a.,brengen één stem uit per 5000 inwoners of gedeelte daarvan
van de gemeente waarvan dat lid vertegenwoordiger is, waarbij wordt
uitgegaan van de laatstelijk door het centraal bureau voor de sta
tistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
2. Artikel 52, eerste en tweede lid, de artikelen 5^ t/m 5§ en artikel
72, tweede derde en vierde lid, van de gemeentewet zijn van overeen
komstige toepassing.
Artikel 9»
1. Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van
orde vast, dat wordt toegezonden aan gedeputeerde staten.
2. In dit reglement wordt aangegeven op welke wijze zal worden vol
daan aan de bepalingen van de algemene maatregelen van bestuur als
bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet ambulancevervoer.
Paragraaf 5: de bevoegdheden van het algemeen bestuur.
Artikel 10.
Het algemeen bestuur oefent de bevoegdheden uit die bij of krachtens
de Wet ambulancevervoer zijn toegekend aan de raden der gemeenten,
zulks met uitzondering van het bepaalde in artikel 15 juncto 16 van
die Wet; verder behoren alle andere bevoegdheden in het kader van de
regeling die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, aan het alge
meen bestuur.
Hoofdstuk V.
Het dagelijks bestuur.
Paragraaf 1: de samenstelling van het dagelijks bestuur.
Artikel 11.
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit ten hoogste 5 leden, te weten:
a. de voorzitter van het algemeen bestuur;
b. ten hoogste leden door het algemeen bestuur uit zijn midden
aan te wijzen.
2. Artikel 5, lid 10,van deze regeling is van overeenkomstige toe
passing.
Artikel 12..
1. Het algemeen bestuur beslist bij de aanvang van elke zittings
periode binnen drie maanden over aanwijzing van nieuwe leden,