Artikel B 8
1. De vrijwilliger die ingevolge wettelijke verplichting in werke
lijke militaire dienst is, wordt geacht in zijn betrekking met
verlof te zijn.
2. Gedurende deze periode heeft hij geen recht op de aan zijn betrek
king verbonden vaste vergoeding.
3. Indien de in het tweede lid bedoelde vrijwilliger ambtenaar in de
zin van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet is, geniet hij gedurende
de in dat lid bedoelde periode de aan zijn betrekking verbonden vaste
vergoeding tot een bedrag, hetwelk gelijk is aan het op hem te ver
halen gedeelte van de pensioenbijdrage.
Hoofdstuk C
BEVORDERING
Artikel C 1
Voor bevordering tot brandwacht 2e klasse komt in aanmerking de
adspirant-brandwecht die:
a. een diensttijd in de rang van edspirant-brandwacht heeft van ten
minste één jaar;
b. het examen voor de rang van brandwacht 2e klasse, blijkens een
diploma ten overstaan van de door de minister van binnenlandse zaken
ingestelde beoordelingscommissie met goed gevolg heeft afgelegd;
c. naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor de rang van brand
wacht 2e klasse geschikt is.
Artikel C 2
Voor bevordering tot brandwacht Ie klasse komt binnen het raam van de
organieke sterkte in aanmerking de brandwacht 2e klasse die:
a. een diensttijd in de rang van brandwacht 2e klasse heeft van ten
minste achttien maanden;
b. het examen voer de rang van brandwacht 1e klasse, blijkens een
diploma ten overstaan van de door de minister van binnenlandse zaken
ingestelde beoordelingscommissie met goed gevolg heeft afgelegd, of
naar oordeel van burgemeester en wethouders voor de rang van brand
wacht 1e klasse geschikt is.
Artikel C 3
Voor bevordering tot hoofdbrandwacht komt binnen het raam van de orga
nieke sterkte in aanmerking de brandwacht 1e klasse dis:
a. een diensttijd in de rang van brandwacht 1e klasse heeft van ten
minste drie jaren;
b. het examen voor de rang van hoofdbrandwacht, blijkens een diploma
ten overstaan van de door de minister van binnenlandse zaken inge
stelde beoordelingscommissie, met goed gevolg heeft afgelegd;
c. naar het oordeel van burgemeester en wethouders de geschiktheid heeft
om op de naar hun oordeel in aanmerking komende uitrukvoertuigen c.q.
vaartuigen, geen blusvoertuig c.q. -vaartuig zijnde, als bevelvoerder
op te treden.
Artikel G 4
1Voor bevordering tot onderbrandmeester komt binnen het raam van de
organieke sterkte in aanmerking de hoofdbrandwacht die:
a. een diensttijd in de rang van hoofdbrandwacht heeft van ten minste
drie jaren;
b. een opleidingscursus voor de rang van onderbrandmeester, blijkens
een eindgetuigschrift, met vrucht heeft gevolgd;