Sw/wiÉih
1* Het keurloon most behoudens bet hierna bepaalde bij vooruitbetaling
worden voldaan, op het tijdstip waarop een slachtdier of het vlees
ter keuring wordt aangeboden.
2, In de gevallen, waarin het bedrag van het keurloon eerst kan worden
vastgesteld nadat van de diensten is gebruik gemaakt, moet de beta
ling geschieden, zodra het bedrag is vastgesteld, doch in elk geval
voordat datgene, terzake waarvan het keurloon wordt geheven, uit het
slachthuis wordt verwijderd»
3. In de in het vorige lid bedoelde gevallen kunnen burgemeester en wet
houders vorderen, dat ter voldoening van het verschuldigde keurloon
een voorlopig gevorderd bedrag wordt betaald. Bedoeld bedrag wordt
vastgesteld tot ten hoogste het bedrag, waarop het keurloon vermoede
lijk zal worden vastgesteld. Het voorlopig gevordere bedrag wordt in
mindering gebracht op het vastgestelde gevordere bedrag van het ver
schuldigde keurloon* Indien het voorlopig gevorderde bedrag hoger is
dan het vastgestelde 'bedrag, wordt het verschil zo spoedig mogelijk
teruggegeven.
Artikel 7.
Burgemeester 'en wethouders kunnen ê'ên of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen,
die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wette
lijke bepalingen betreffende de heffing en invordering van het keurloon, set
uitzondering van het bepaalde in. artikel 63 van de Algemene wet inzake rijks
belastingen.
Artikel 8.
Burgemeester en wethouders zijn bevoogd tot het verlenen van afschrijving als
bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet van 22 mei 18^5, Stb. 22.
Artikel 9»
De gemeente-ontvanger (de comptabele) ie bevoegd tot het verlenen van uitstel
van betaling als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Wet van 22 mei 181*!?,
Stb.22.
C j'i p
XM- vb
wa;s. a i xto ;>.la y
-lOr-4t.ó' s;aV JfOOJH.'
C v.f.fas;
X tJ-i*. l-tf, -1..;; 1
-•s V
".fix x