bijlage 6
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR.
7 3 september 1977 -1.813.111
VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN OVEREENKOMST, BETREFFENDE ONDERLINGE HULP
VERLENING BIJ ERNSTIGE SCHEEPSONGEVALLEN OP DE SCHELDE-RIJNVER3INDING EN AAN
GRE NZENDE VAARWEGE N
Aan de gemeenteraad.
In 1974 is door de commissaris dar koningin in de provincie Zeeland, in
overleg met zijn ambtgenoot van Noord-Brabantoen werkgroep ingesteld voor het
bestuderen van do mogelijkheid tot onderlinge hulpverlening bij eventuele scheeps
ongevallen op de Schelde-Rijnverbinding.
Over bovengenoemde vaarweg worden zeer veel gevaarlijke stoffen, door
gaans in grote eenheden, vervoerd. De kans,dat zich ernstige branden of ongevallen
voordoen, is zeker niet denkbeeldig.
Bovengenoemde werkgroep kreeg tot taak:
1het bestuderen en inventariseren van da mogelijkheden voor het ontstaan van
rampen op de Schelde-Rijnverbinding, in de nabijheid daarvan gelegen vaarwegen
en bijbehorende havens.
2. het beantwoorden van de vragen, in hoeverre deze rampen gevolgen kunnen hebben
voor de gebieden langs c!e oevers en of voor de bestrijding bijstand vanuit
deze gebieden is gewenst.
het instellen van n
3. een onderzoek naar de verantwoordelijkheden voor melamg, leiding en aanvraag
naar
om hulp, nlsmedevclö sysstemen die hierbij hst bast zouden kunnen worden gevolgd.
4. het zoeken naar de middelen om de onderkende risico's zoveel mogelijk te ver
minderen
Het eindverslag van de werkgroep ligt voor u in de commissiekamer ter inzage.
Hierin wordt voor wat de onderlinge hulpverlening betreft gedacht aan een over
eenkomst tussen de gemeenten door wier gebied de Schelde—Rijnverbinding loopt
en andere belanghebbende instanties. Een gemeenschappelijke regeling is een
minder gewenste vorm, omdat bij de hulpverlening ook rijksinstanties betrokken
zijn; voor deelname van rijksinstanties aan een gemeenschappelijke regeling zou
een wet noodzakelijk zijn.
Dit eindverslag en de daarin gedane suggesties zijn een punt van bespreking
geweest tussen de betrokken instanties. De conclusie was, dat het gezamenlijk
begonnen werk moet worden voortgezet op basis van de aanbevelingen van de werk
groep. Dit resulteerde in oen'ontwsrp-oversenkomstte sluiten tussen een.aan
tal gemeentebesturen, du hoofdingenieur—directeur van de Rijkswaterstaat in de
directie Zeeland, de besturen van de regionale brandweerkringen en ds kringraden
- van de organisaties -