- 3 -
doel zullen kunnen worden verkregen;
d. de kosten, welke het schoolbestuur zal moeten maken voor het vervoer van
de leerlingen naar en van de schooleventueel verminderd met subsidies, ver
goedingen en bijdragen, welke van het rijk, de provincie e.d. of uit de parti
culiere sector voor dit doel zullen kunnen worden verkregen;
e. de algemene kosten, verbonden aan de uitvoering van deze gemeenschappe
lijke regeling.
Artikel 4.
1. De in het vorige artikel onder a., c. en e. bedoelde kosten inzake de parame
dische en sociale verzorging worden jaarlijks over de in artikel la bedoelde ge
meenten omgeslagen naar verhouding van de totalen van de aantallen in de on
derscheidene gemeenten woonachtige leerlingen, die op 16 januari en 16 juni
van een dienstjaar de streekmytylschool te Roosendaal bezochten;
2. De in het vorige artikel onder b. en d. bedoelde kosten inzake het vervoer wor
den jaarlijks over de in artikel la bedoelde gemeenten omgeslagen naar verhou
ding van de totalen van de aantallen in de onderscheidene gemeenten woonachti
ge leerlingen, die op 16 januari en 16 juni van een dienstjaar daadwerkelijk ver
voerd zijn met de daarvoor bestemde schoolbussen;
3. Het dienstjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
4. Voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, en het eerste lid en tweede lid van
dit artikel geldt als woonplaats van de leerling de woonplaats overeenkomstig het
bepaalde in het Burgerlijk Wetboek, boek 1, titel 3, met dien verstande echter,
dat mede als leerling van een aangesloten gemeente wordt aangemerkt de leerling,
ten aanzien waarvan door burgemeester en wethouders van een aangesloten gemeen
te aan het schoolbestuur een schriftelijke verklaring wordt afgegeven, dat deze
leerling, hoewel met inachtneming van vorenbedoelde bepalingen van het Burger
lijk Wetboek, boek 1, titel 3, woonplaats hebbende in een niet-aangesloten ge
meente, feitelijk woonplaats heeft in hun gemeente en dat hun gemeente mitsdien
kan worden aangesproken voor een bijdrage in de in artikel 3 bedoelde netto-kos
ten
Artikel 5.
1. Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente wordt aange
wezen als het bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet gemeenschappelijke rege
lingen
2. De centrumgemeente draagt voor zoveel nodig zorg voor de verzekering van gebou
wen, inventarissen en goederen tegen brand- en stormschade.
3. Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente draagt zorg
voor de verstrekking van de gegevens aan de buitengemeenten voor de berekening
van de door iedere gemeente verschuldigde bijdrage in de in artikelen 2, eerste
lid, en 3 bedoelde netto-kosten zo spoedig mogelijk na afloop van het jaar.
4. Binnen vier weken na de toezending van de in het derde lid bedoelde gegevens
storten de buitengemeenten de door hen verschuldigde bijdragen in de kas van de
centrumgemeente.
- Artikel 6. -