- 2 -
fWerkobjekt s
een op het tot stand brengen van een bepaald werk gerichte
hoeveelheid en volgorde van werkzaamheden, als bedoeld
in artikel 13 lid 1 van de Wet?
9» Gedeputeerde Staten s
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant?
h. Commissie(s)
commissie(s) als bedoeld in artikel 10.
2. Waar in de regeling artikelen van de gemeentewet of Kieswet
van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt
gelezen in plaats van gemeente „schap"?
in plaats van raad s„algemeen bestuur"?
in plaats van burgemeester en wethouders s „dagelijks bestuur"?
en in plaats van burgemeester s „voorzitter".
Artikel 2 Doelstelling.
Het Schap heeft tot doel s
a. de uitvoering van de Wet?
b. het zo nodig oprichten, exploiteren en instandhouden
van werkverbanden.
Artikel 3 Instelling rechtspersoon en overdracht bevoegdheden.
1. Voor de uitvoering van deze regeling wordt een rechtspersoon-
lijkheids-bezittend lichaam gevormd als bedoeld in artikel 2,
lid 1 van de „Wet gemeenschappelijke regelingen".
Dit lichaam draagt de naam s
„Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant" en is gevestigd
te Roosendaal.
2. Behoudens het bepaalde in het vierde en vijfde lid, worden met
betrekking tot de sociale werkvoorziening alle taken en
bevoegdheden van regeling en bestuur, van de besturen der
deelnemende gemeenten overgedragen aan het schap.
3. Tot de taken en de bevoegdheden, bedoeld in het tweede lid,
behoren s
a. de uitvoering van de Wet, waaronder begrepen het in ontvangst
nemen van de gelden, welke aan de deelnemende gemeenten
zouden toekomen ingevolge de artikelen 40, 41 en 42 van
de Wet?
b. het beheer van de werkverbanden, welke in de deelnemende
gemeenten aanwezig zijn of worden opgericht
4. De taken en bevoegdheden,welke ingovolgc hot oorsto lid van artikel 7
van de Wet aan de gemeentebesturen zijn opgedragen, blijven de
besturen der deelnemende gemeenten, naast het schap uitoefenen.
Voorzover dat artikel evenwel mede taken en bevoegdheden omvat,
welke elders in die Wet nader worden geregeld, is alleen het
schap bevoegd.
5. De besturen der deelnemende gemeenten blijven bevoegd om in de
gevallen, waarin zij dat voor de uitoefening van hun in het
vierde lid bedoelde taak dienstig achten, te bevorderen dat de
desbetreffende personen buiten de regio van het schap in dienst
worden genomen»