4
q Voorstel tot het afwijzen van het verzoek van.het gemeen-
tPh-p^tïïïïT' van Sint-Phi lips land tot wijziging van de gemeen
schappelijke regeling voor het kanaalschap "De Eendracht
oodenr-1.813 «11 «"bijlage 9»
Op een vraag van de heer Brocatus of de gemeente Sint
Philipaland in beroep is gegaan antwoordt de voorzitter
bevestigend f waarbij hij mededeelt dat deze kwestie
in behandeling is bij de Raad van State.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming wordt,overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethoudersbesloten.bijlage 10.
10. Voorstel tot het aangaan van een kasgeldlening groot:
f,1.500,000, —met de IT.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten.
Godenr.-2.07.352.75 bijlage 11
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordtovereenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethoudersbesloten.bijlage 12.
11. Rondvraag:
vraagt De heer Slokkers/of het toch niet mogelijk zou zijn
de werkhaven aan het Schelde-Rijn-Kanaal open te stellen
voor boten van particulieren.
De voorzitter heeft hierover regelmatig contact gehaa
zegt met rijkswaterstaat maar/datingevolge het reglement voor
het Schelde-Ri jn-Kanaal,'dit niet mogelijk bleek.
De voorzitter vindt dit jammer,te meer omdat de aan te
leggen jachthaven bij Sint Philipsland ook nog steeds
niet te verwezenlijken is.
De voorzitter zegt dat het gemeentebestuur bi;j rijks
waterstaat nogmaals zal proberentoestemming te krijgen
de huidige werkhaven open te stellen voor boten.
De heer Rommers vraagt enige opheldering over de gang
van zaken rondom de festiviteiten bij de opening van het
sportpark "De Dan en"
Wat wethouder Hommel betreft deelt deze mede dat het
voor hem om 6 uur tijd was om naar huis te vertrekken en
heeft dit toen ook aan de heer van de Yïerffen de burge
meester medegedeeld.
Wat de organisatie betreft merkt wethouder Hommel nog
op dat de gang van zaken te elfder ure was veranderd door
de burgemeester en de heer van Overveld.
De voorzitter kan nog mededelen dat,toen het voor de
heer van de Werffwat laat was geworden,men nog even iets
is gaan gebruiken,wat aanvankelijk helemaal niet de be
doeling was.
De heer Rommers vindt het ergens jammer dat door insi
nuatie enkele raadsleden in een kwaad daglicht zijn ge
steld, daar hij zelf hier ook bij betrokken is,en vraagt
waarom de wethouders er dus niet bij waren.
Wethouder Hommel vraagt dan aan de heer Rommers wat
wordt dan met insinuatie/bedoeldwaarop de heer Rommers zegt
liever geen namen te noemen.
De heer Rommers is tevreden met het antwoord van wet
houder Hommel,maar zou ook graag een antwoord horen van
wethouder Perdaems.