I
Dij de toepassing ven het eerste lid blijft buiten aanmerking de
waarde van tot het onroerend goed behorende, daaraan al dan niet
aard- of nagelvast verbonden werktuigen welke verwijderd kunnen
worden met behoud van hun waarde als zodanig en niet op zichzelf
als gebouwde eigendommen zijn aan te mer;!":n.
Dij toepassing van het eerste lid blijft buiten aanmerking de in
vloed welke de bouw of verbouwing van een gebouwd eigendom heeft
op de waarde in het economische verkeer van het onroerend good,
zolang die bouw of dia verbouwing nog niet is voltooid of geen
voltooiingsverklaring is afgegeven, dan wel zo. .ng dut gebouwde
eigendom nog niet gereed is gekomen voor feitelijk gebruik aver-
eenkomstig de bestemming die; met de bouw of verbouwing wordt be
oogd
Indien met betrekking tot een onroerend goed de bouw of de ver
bouwing van een gebouwd eigendom nog niet is voltooid, doch wal
zover is gevorderd dat een gedeelte daarvan in feitelijk gebruik
kan worden genomen overeenkomstig dc bestemming aio met c.ie bouw
of die verbouwing voor hot gehele gebouwde eigendom wordt beoogd,
wordt bij het vaststellen van do heffingsgrondslag de invloed
welke die bouw of die verbouwing heeft op do waarde in het eco
nomische verkeer voar dat onroerend goed, in aanmerking genomen,
voor zover deze kan worden toegeschreven aan het voor feitulijk
gebruik gereed gekomen gedeelte. Voor zoveel nodig is voor de waar
dering van evenbedoeld gedeelte het tweede lid van overeenkomstige
toepassing, met dien verstande dat voor de in dat lid bedoelde
waarde in het economische vorkeer van het eigendom in de plurits
treedt de onderstelde waarde in het economische verkeer welku
aan het gebouwde eigendom zou mouten worden toegekend, indien
de bouw of de verbouwing reeds geheel was voltooid.
Indien met betrekking tot een onroerend goed een gebouwd eigen
dom geheel wordt verbouwd gepaard gaande mot gedeeltelijke af
breuk en mat herbouw, een en ander van een zodanige omvang dut
naar maatschappelijke opvatting met die verbouwing de stichting
van een geheel nieuw gebouwd eigendom wordt beoogd, wordt voer
du duur van de verbouwing en onverminderd hut bepaalde in het
vijfde lid bij het vaststellen van de heffingsgrondslag de onder
grond van het gebouwde eigendom aangemerkt als oen ongebouwd
eigendom.
Xn afwijking in zg\ajrru vun hut bopcioldu in hut uurstc liu worciu
ten aanzien van gebouwde eigendommen met inbegrip ven f,o onder
grond en van hun gebouwde en ongebouwde annhorighedunwelk.;
eigendommen tot woning dienen en deel uitmaken van op de voet vc,n
de Natuurschoonwut 1128 Stb. 63) aangewezen L ndgeeaen. n, de
waarde in het economische verkeer bepaald met inachtneming van
een veronderstelde verplichting om die goederen gedurende een tijd
vak van 25 jaren els zodanig in stand te houden en neen opgauna
hout te vellen anders dan volgens de regelen van normaal bosbeheer
noodzakelijk of gebruikelijk is.