GEMEENTE N I E U W-V O S S E M E E R
bijlage 1
NIEUWJAARSREDEuitgesproken door de burgemeester aan het begin van de openbare
vergadering van de gemeenteraad op woensdag 23 januari 1976.
Leden van de gemeenteraad, geachte aanwezigen.
Aan het slot van mijn vorige nieuwjaarsrede, uitgesproken in uw vergadering
van 21 januari 1975, heb ik de volgende woorden gezegd: "De volgende nieuwjaars
toespraak hoop ik in het tot gemeentehuis te verbouwen klooster "Nazareth" te
kunnen uitspreken". Deze woorden zijn waarheid geworden. We zijn thans voor do
eerste officiële apenbare raadsvergadering bijeen in ons nieuwe, riante gemeen
tehuis. Met trots kunnen we vaststellen, dacht ik, dat we erin geslaagd zijn
een gemeentehuis tot stand te brengen, binnen zowel als buiten, dat met recht
door iedereen "gezien" mag worden. Efficiënt van indeling en inrichting, zonder
overdadige luxe of pronk, kortom een "eerlijk" én een"heerlijk" gebouw. Van
zelfsprekend krijgen alle inwoners ven Nieuw-Vossemeer volop de gelegenheid om
ons nieuwe "huis der gemeente" te komen bekijken. Dit zal kunnen geschieden
tijdens "open dagen", die, naar ik verwacht, binnen één maand kunnen plaats
vinden. Gewacht wordt nog op wat aanvullend meubilair en andere kleine dingen,
die de aankleding van ons huis volmaakt moeten maken. In "Dorpsbelang" zeil
tijdig worden bekend gemaakt wanneer deze "open dagen" zullen zijn. Iedereen,
jong en oud, is dan van harte welkom.
Wc schrijven alweer bijna één maand 1976. Het jaar 1975 is, zoals ik in de
laatste uitgave van "Dorpsbelang" heb geschreven, "knarsend en piepend" naar
zijn einde gegaan. Want zo rooskleurig was het voorbije jaar nu bepaald niet,
zeker niet wat ons land in het algemeen genomen betreft. We behoeven maar te
denken aan de werkloosheid, aan de gijzelingen, aan de toenemende misdadigheid,
aan de afnemende eerbied voor een anders leven en goed. Levend in de kleine
gemeente Nieuw-Vossemeer moeten wij ook daér acht op slaen, omdat, wat er in
ons land gebeurt, ook ons aangaat. We moeten, wat dat aangaat, ons niet beper
ken tot onze eigun leefgemeenschap. Dit wil ik voorop stellen, alvorens in het
navolgende het wel en wee in 1975 van vooral onze gemeente, van onze gemeen
schap, nog eens naar voren te brengen. En dan dacht ik, leden van de raad,
geachte aanwezigen, dat 1975 voor Nieuw-Vossemeer, als gemeente, bepaald niet
ongunstig is geweest. U zult dit in hetgeen ik hierna weergeef opnieuw kunnen
vaststellen. Vele gebeurtenissen en feiten, ook de ogenschijnlijk^ onbelangrijke,
laat ik daarbij de revuo passeren, omdat ik er aan hecht en het belangrijk vind,
dat degenen, die na ons komen, in een beperkte weergave, dus snel, kunnen nagaan
hoe 'n bepaald jaer in onze gemeenschap is verlopen.