GEMEENTE N I E U W - V O S S E M E E R
bijlage 7
De raad der gemeente Nieuw-Vossemeer;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 1976;
gelet op het schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 17 december
1975, G nr. 347.432;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening op de
heffing en invordering van onroerend-goedbelastingen vastgesteld bij raadsbesluit
van 23 december 1973 (derde wijziging).
Artikel I
In artikel 3, eerste lid, letter c, wordt de zinsnede "artikel 2, lid 2, letter b,
van het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen" vervangen door: "artikel
1, tweede lid, letter b"
Artikel II.
In artikel 5, tweede lid, wordt de zinsnede "de eerste vijf jaren", vervangen door
"de eerste vier jaren"
Artikel III.
In artikel 7, eerste lid, onder de letters c, f en g, opgenomen vrijstellings
bepalingen worden respectievelijk gewijzigd in:
c. "ongebouwde eigendommen, niet zijnde aanhorigheden van gebouwde eigendommen";
f. "de tot begraafplaatsen en urnentuinen behorende gebouwde eigendomman en
crematoria met hun gebouwde en ongebouwde aanhorigheden";
g. "de tot openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail
behorende kunstwerkenzoals viaducten, aquaducten, bruggen, tunnels en slui-
ZGn"rtik. 1 ^V.
uezo verordening wordt geacht in werking ta zijn getreden met ingang van 1-01-1773
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Nieuw-Vossemeer van
9 maart 1976.
De wethouder