3
3
-=>
5
o
5
o
c
4
<r-
>c
ÜJ
"C—
H
Z
m
CO
CC
Lxl
z
o
h-
lx!
a
Dj
Q
O
DJ
Sh
O
1
3
JD
i1
•H
I-
C
tj
CE
ÜJ
ÜJ
X
L'J
CD
Q
2
CO
H
O
Z
QC
cn
ÜJ
T-
O
-H
O
LD
Sh
z
DC
O
LU
3
cc
C
CD
CD
d
TT*
Q
•<~3
3
O
co
co
CC
CM
CM
E
LD
O
Z
CL
O
O
JX
cc
ÜJ
1-
o
h-
t-
Z
CE
3
3
LU
CL
LU
LU
1
O
CO
UJ
z
CO
CE
co
lx)
O
co
CD
a
O
"C
fu
3
P
0
p
c
0
0
E
0
CD
C
cd
0
-p
c
x
"3
0
0
0
c
p
tn
-p
x
P
3
c
X
0
0
i1
P
0
•H
O
1—
CD
C
TJ
u3
C
0
SZ
cd
p
0
i1
0
CD
0
C
P
Sm
03
0
0
rH
a
0
a
X
0
3
CD
O
0
C
JC
Tj
•H
F
0
C
E
TJ
CU
0
C
03
-P
0
0
P
TJ
0
lj-
P
X
0
0
j
P
5
P
0—
0
LO
O
-Q
O
O
co
-p
-P
0
0
0
X
P
0
0
_Q
0
O
0
•H
P
T3
3
X
SZ
O
C
c
Cl
O
^3"
03
-P
C
X
c
0
O
Zl
0
p
p
c
•H
0
3
3
i1
0
T3
0
c
3
X
O
O
0
p
-Q
T3
CD
03
5
0
Cü
3
T3
P
O
_Q
C
C.j
■H
i1
CO
0
0
0
p
0
0
O
a
SZ
p
0
-P
0
E
GO
0
0
c
0
J
0
0
-p
5
CL
0
"3
C
0)
CD
3
0
0
•H
td
CD
P
TJ
•H
-Q
-p
"3
C
0
C
3
0
3
O
P
O
SZ
0
E
0
3
c
E
CD
O
0
C
SZ
0
0
•H
0
-P
C
TJ
p
"O
O
0
0
0
-P
p
0
0
SZ
P
co
TJ
0
a
T3
p
P
0
co
O
-P
-p
-p
O
0
0
0
E
•H
E
0
c
DJ
P
co
0
0
0
rH
r—1
p
a
P
0
5
CO
0
0
3
CD
O
O
05
0
SZ
P
CD
c
03
C
-p
•H
CD
O
0
X
0
P
c
■H
0
cd
DJ
e:
P
3
CO
0
TJ
SZ
-P
•H
C
ii
P
3
•H
•H
SZ
P
h-
3
c
DJ
P
O
C
0
O
v/
i-U
C
o
0
c
p
P
P
0
-p
0
0
0
5
3
SZ
N
O
C
n)
SZ
CO
co
n
0
T3
0
a
-P
-P
-P
o
iü
3
E
TJ
'3
ii
0
G
3
SZ
N
C
DJ
0
O
p
E
C
O
P
O
O
X
c
TJ
-P
P
0
0
O
0
-P
E
O
DJ
0
-P
X
C\J
0
0
SZ
-p
C
c
03
fX
0
O
0
-P
tn
3
CO
c
O
O
p
-p
tn
tn
CD
c
•H
-P
C
fu
C
Tj
0
P
X
P
0
0
-P
TJ
C
G
P
D)
5>
X
0
(J
p
0
a
-p
0
x
E
o
-p
x
u
O
N
0
CD
CD
C
•H
tn
tn
ii
a
o
-p
0
N
a
o
rj
CD
•H
TJ
C
3
X
D
P
CD
O
P
-P
0
P
-P
X
0
0
"f—J
•H
iI
0
.Y
•H
3
L
XI
O
CD
0
T3
CL
X
0
p
0
0
co
JD
TJ
DJ
TJ
0
P
C
0
-P
O
TJ
0
X
C
11
3
0
•H
1
CU
TJ
h-
1
P
0
■P
C
O
0
0
p
3
O
SZ
ij
3
O
•P
3
0
X
P
co
TJ
DJ
TJ
0
C
P
CO
P
•H
3
X
O
rH
c
O
i1
0
3
TJ
3
E
C
TJ
0
3
c
0
C
P
3
mr~D
0
0
0
3
•H
"3
C
P
G
•H
E
a
O
N
O
•H
0
0
0
Q
0
P
~D
DJ
i1
O
i1
O
p
C
0
C
0
3
O
O
"3
i1
0
3
P
r1
•H
O
Cü
•T>
C\J
CE
C
•H
E
0
03
LO
c
P
i
CO
C
C
O
3
CO
3
rH
DJ
0
11
3
C
P»
-P
0
•P
0
-p
0
i1
•H
0
C
0
0
C
3
O
0
0
i1
C
CL
P
3
11
C
O
CO
rH
ClS
CO
a
a
X
a
00
7»
J>
p
o
•H
3
-p
0
O
O
co
O
p
SZ
-p
X
c
0
0
0
X
P
-P
•H
3
i1
in
pj
X)
I
CL
L
"J
c
0
tn
o
•H
3
tn
d
M
c
•H
4->
3
SZ
tn
*rl
-p
0
E
O
JZ
c
0
X.
0
O
c
0
c
0
"D
X.
Ki
Sh
O
P
P
0
O
P
LO
0
P
0
O
F
0
E
O
0
0
0
CC
0
E
•H
O
0
P
DO
3
P
3
3
O
C
3
X
3
0
CD
•r-3
•H
0
X
TJ
C\J
CS
c
tj
p
0
0
P
E
CO
0
TJ
CD
3
0
O
O
X
i
p
O
1
5
3
33
c
0
•H
0
E
0
p
P
3
0
0
TJ
p
TJ
P
0
3
0
0
O
CL
0
X
E
p
0
0
D)
7»
P
T)
3
00
CD
TJ
gebouwen voor sportbeoefening: zwembaden en sporthallen (bij
scholen behorende gymnastiekzalen vallen echter onder gebouwen
voor onderwijs);
gebouwen die dienen als toegang tot of verbinding met een open
baar middel van vervoer voor zover dat per rolstoel toegankelijk
is: spoorwegstations, passagiersgebouwen op vliegvelden.
Gebouwen die toegang geven tot een vorm van openbaar vervoer,
waarvan een rolstoelgebruiker geen gebruik kan maken zoals tram-
en busstations, vallen hier dus niet onder.
ARTIKEL 15
Aan de toelichting op het ontstaan toevoegen:
De in lid 3, onder e, gevraagde opgave komt overeen met de opgave
die het C.B.S. vraagt ten behoeve van de bouwstatistiek. Het ver
dient aanbeveling om ook in de gemeentelijke legesverordening de
zelfde bedragen als maatstaf voor de legesheffing te hanteren.
Aan de wenken voor de toepassing toevoegen:
Lid 3, onder e. Uit de in U.A.V. en in NEN 1067 gegeven begrips
omschrijvingen blijkt dat de factoren die de aannemingssom bepalen,
in hoge mate overeenkomen met die welke de bouwkosten bepalen.
Bij toepassing van beide begrippen is het duidelijk dat daartoe niet
gerekend wordt de kosten die als bijkomende kosten moeten worden
aangemerkt, zoals architecten- en adviseurshonoraria, legeskosten,
kosten voor bodemonderzoek etc. Het belangrijkste verschil wordt
eigenlijk gevormd doordat in de aannemingssom de B.T.W. niet is
begrepen, terwijl dat bij de bouwkosten wel het geval is. Door de
B.T.W. uit te zonderen bij hantering van het begrip bouwkosten
wordt bereikt dat bij hantering van beide begrippen van zoveel moge
lijk vergelijkbare kostprijsfactoren wordt uitgegaan.
Op het formulier „aanvraag bouwvergunning" zal de aannemingssom
of indien het werk in delen wordt aanbesteed de aannemings
sommen dan wel de bouwkosten opgegeven moeten worden die ge
moeid zijn met de volledige uitvoering van het werk overeenkomstig
de ingediende aanvraag om bouwvergunning.
ARTIKEL 26
Aan de toelichting op het ontstaan van artikel 26 toevoegen:
Behalve het formulier voor ambtelijke aantekeningen moeten, krach
tens artikel 374, ook de bouwvergunning en eventuele aanschrijvin
gen op het werk aanwezig zijn.
HOOFDSTUK 2
De titel van hoofdstuk 2 vervangen door:
Administratieve bepalingen.
Het huidige hoofdstuk 2 aanduiden als:
AFDELING A, administratieve bepalingen omtrent het bouwen.
Aan het nieuwe hoofdstuk 2 toevoegen:
AFDELING B, administratieve bepalingen omtrent splitsing in
appartementsrechten
Als toelichting op afdeling B opnemen:
Inleiding
In deze afdeling zijn behalve de voorschriften omtrent de inrichting
van de aanvraag (artikel 31b), die ingevolge de wijziging van de Wo
ningwet bij de wet van 12 september 1974, Stb. 526, in de bouwver
ordening moeten worden opgenomen, tevens geregeld de onderwerpen
die in de artikelen 16, 23 en 24 van de model-bouwverordening ge
regeld zijn. Van het overnemen van de administratieve bepalingen
van artikel 56a van de Woningwet (betreffende de termijn van beslis
sing op de aanvraag; de aanhouding van de beslissing; de weigering
van de vergunning; het beroep tegen de beslissing) in de geest
waarin het in Afdeling A van dit hoofdstuk voor de bouwvergunning
is geschied, is afgezien, enerzijds in verband met het voorshands be
perkte toepassingsgebied van artikel 56a van de Woningwet (de rege
ling is slechts van toepassing in gemeenten die daartoe door de
Kroon zijn aangewezen), anderzijds om deze afdeling, gezien de
betrekkelijk omvangrijke regeling in het genoemde artikel, niet te
onoverzichtelijk te maken.
De weigeringsgronden voor een splitsingsvergunning zijn vermeld in
het derde lid van artikel 56a van de Woningwet.
In verband hiermede wordt nog het volgende opgemerkt. Het is
uiteraard mogelijk dat een gebouw waarvoor een splitsingsvergun
ning wordt aangevraagd, een niet tot bewoning bestemd gedeelte om
vat. Het spreekt vanzelf dat een eventuele aanschrijving met betrek
king tot dat gedeelte nimmer gebaseerd kan zijn op WW art. 25, lid