8
Wat de openheid" betreft van het college van burgemeester
en wethouders ten opzichte van de raad wil wethouder Hom
mel naar bepaalde mogelijkheden zoeken en denkt hierbij
aan het periodiek bijwonen van een vergadering van burge
meester en wethouders door een raadslid.
Wethouder Hommel komt ook nog terug op de aanmerkingen
die door de heer Rommers rijn gemaakt met betrekking tot
de openbare verlichting.De heer Hommel zegt namelijk dat
deze kwestie op de agenda ven burgemeester en wethouders
heeft gestaan,maar dat destijds is besloten voorzichting
te zijn met het verminderen van straatverlichtingdaar
weer door andere mensen werd gevraagd om,in verband met
diefstallen, extra verlichting te laten branden.
Wethouder Hommel zegt dat daarom joen van een eventuele
bezuiniging niets is terecht gekomen.
De voorzitter zegt dat daarom een en ander in ieder ge
val de aandacht blijft houden van het college van burge
meester en wethouders.
Op een vraag van de heer Brocatus met betrekking tot de
financiële positie van de gemeente deelt de voorzitter
mede dat,wanneer dit nodig mocht blijken, wederom een
extra uitkering uit het gemeentefonds zal worden gevraagd.
Op de vraag van de heer Brocatus betreffende de twee
oude panden Rijksweg 73 en 75,die thans zijn afgebroken,
zegt de voorzitter dat de straatverlichting ter plaatse
zal worden aangepast aan de nieuwe situatie die daar is
ontstaan
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt hierna,zonder hoofdelijke stemming beskoten-
a.de begroting stichting recreatie de eendracht voor het
jaar 1976 goed te keuren tot een bedrag van f.78.860,
b.de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf voor
het jaar 1976 vast te stellen op f.122.880,49 voor in
komsten en uitgaven van de gewone dienst en op
f.51.007?10 van de kapitaaldicnst5
c.de gemeentebegroting 1976 vast te stellen op;
f.3.722.136,86 voor inkomsten en uitgaven op de gewone
dienst
f.6.460.094,25 voor inkomsten op de kapitaaldienst en
f.6.552.706,voor uitgaven op de kapitaaldienst.
Rondvraag
De heer Kooien merkt op dat de sloot langs de Moorse-
weg is uitgedieptdat de grond,die uit deze sloot is ge
komen op de bermen ligt en dat bij regenval het water
niet van de weg ef kan.
De heer Kooien vraagt dan ook deze grond zo snel moge
lijk te verwijderen,daar vooral bij regenvalhet geheel
een modderboel wordt.
Wethouder Perdaems kan hierop echter antwoorden dat men
deze grond speciaal heeft laten zitten om hiermede straks
de verzakte bermen te versterker.
Verder merkt wethouder Perdaems op dat op bepaalde af
standen gleuven zijn gemaakt voor de afvoer van het hemel
water
De voorzitter zegt dat deze kwestie heden nog in het
college van burgemeester en wethouders is besproken,en
dat dit werk met verbeteringen aan de bermen,de volle
aandacht heeft van het collego.