- 2 -
Artikel 9, derde, vierde en vijfde lid^ wordt gelezen als volgt:
3. De leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur, die de hoedanig
heid verliezen op grond waarvan zij zijn aangewezen, houden op lid onderschei
denlijk plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur te zijn.
4. De raad c.q. het algemeen bestuur van het waterschap kan de in artikel 7, eer
ste lid, bedoelde aanwijziging te allen tijde intrekken.
5. Hij, die als lid of plaatsvervangend J.id van het algemeen bestuur ontslag
neemt of moet aftreden overeenkomstig het bepaalde in het 1e, 2e of 4e lid,
blijft zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger is aangewezen mits hij de
hoedanigheid behoudt op grond waarvan hij is aangewezen
Artikel 10 wordt gelezen als volgt:
Indien anders dan wegens periodieke aftreding een plaats van een lid of van een
plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur openvalt, geeft het bestuursoiqqaan
bedoeld in artikel 7, eerste lid, daarvan kennis aan de voorzitter dan wel geeft
de voorzitter daarvan kennis aan dit bestuursorgaan en zorgt dit bestuursorgaan
zo spoedig mogelijk voor aanwijzing van een nieuw lid c.q. plaatsvervangend lid
van het algemeen bestuur.
Artikel 11 wordt gelezen als volgt:
Het reglement van orde voor de gemeenteraad van Breda is voor zoveel mogelijk
van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het algemeen bestuur voor
zover het algemeen bestuur ter zake geen nadere regelen heeft vastgesteld.
Artikel 12,_tweede en derde lid, wordt gelezen als_volgty
2. De artikelen 47 en 48 van de gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
De agenda, voorzien van een korte toelichting omtrent de te behandelen punten
wordt tegelijkertijd toegezonden aan de deelnemers.
3. De ver adoring wordt gehouden indien blijkens de presentielijst meer dan de
helft van het aantal leden aanwezig is.
Artikel 54, tweede en vierde lid, van de gemeentewet is van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 13, eerste en tweede lid, wordt gelezen als volgt:
1. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten,,
wanneer ten minste een vijfde van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of
de voorzitter dit nodig oordeelt. Artikel 49, derde en volgende leden, van de
gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een besluit wor
den genomen over:
a. het vaststellen van de begroting of van wijzigingen daarvan;
b. het voorlopig vaststellen van de rekening;
c. het doen van voorstellen tot wijziging dezer regeling;
d. het bepalen van vergoedingen voor de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve
van deelnemers en derden.
;""T
■.iJfiV-