AGENQEPUNT
8
RAADSVERGADERING
21 januari 1975.
biftlage 6
GODENR
-1.778.51
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN BOUWVERORDENING LOGIESGEBOUWEN.
Aan de gemeenteraad.
Bij circulaire van 16 juni 1972 kondigde de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten aan dat een bouwverordening logiesgebouwen zou worden vastgesteld.
Eerst thans doet men ons een model-verordening toekomen. Voor het lange uit
blijven van deze verordening geeft men als reden, dat een uitvoerig overleg
is gevoerd met de staatsecretaris van economische zaken en het bedrijfschap
Horeca. Een verordening als dezo heeft voor één bepaalde bedrijfstak belang
rijke financiële konsekwentieszodat extra zorgvuldigheid vereist was. Ondanks
dit, is men toch van mening dat het van het grootste belang is te achten, dat
regelen worden gesteld ter beteugeling van onveilige en anderszins ongewenste
situaties in logiesgebouwen. Deze mening kunnen wij geheel delen. Gekozen is
voor een afzonderlijke verordening inplaats van een regeling op te nemen in
de model-bouwverordening. Een en ander is ook geschied met de bouwverordening
op de seizoen- en recreatiewoonverblijven. De praktische hanteerbaarheid der
verordening is daarbij als uitgangspunt genomen.
De verordening sluit wat opzet betreft geheel aan bij de model-bouwveror
dening. Als gevolg vein een koppeling van deze verordening aan de verordening
op de verblijfsgebouwen (raadsbesluit d.d. 7 september 1972) waardoor reeds
bestaande logiesgebouwen zullen moeten voldoen aan de bepalingen voor nieuw
bouw, zijn in ruime mate mogelijkheden tot het verlenen van vrijstellingen of
het stellen van nadere eisen opgenomen. Het is duidelijk dat men ten aanzien
van bestaande gebouwen de te treffen voorzieningen moet kunnen afwegen tegen
de daarmee gemoeide kosten.
Door het verlenen van vrijstellingen enerzijds en het stellen van nadere
eisen anderzijds is een zodanig beleid mogelijk, dat een aanvaardbaar compromis
kan worden bereikt tussen het wenselijke en het in redelijkheid aanvaardbare.
Bovendien bestaat in onze gemeente, waar de verordening gekoppeld wordt aan de
verordening op de verblijfsgebouwen, de duidelijke mogelijkheid tot een gelei
delijke aanpassing over een nader aan te geven periode.
BÊÊÊÊ&t -fM4i i