gelegenheid te bieden tot het genieten van recreatief buiten
verblijf» waarbij wordt overnacht in een tent, caravan, living
van, kampeerauto of ander voertuig, tenthuisjes en/of karapeer-
huisjes, waaronder mede somerhuisjes worden verstaan;
f) werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
strekkende tot de oprichting of plaatsing van tenten, caravans,
living-vans, kampeerauto's of andere al dan niet aan hun
bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en tenthuisjes,
waaronder mede zomerhuisjes worden verstaan;
g) werken of werkzaamheden, welke wijzigingen van de waterhuis
houding of de waterstand beogen of tengevolge hebben;
h) de hierna vermelde werken, voor zover geen bouwwerken zijnde
en werkzaamheden, indien en voorzover zij verband houden met
het aanleggen en inrichten van standplaatsen voor tenten,
caravans, living-vans, kampeerauto's of andere al dan niet aan
hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, tenthuisjes en/of
kampeerhuis jeswaaronder mede zomerhuis jes worden verstaan;
1, het plaatsen van pompen en/of slaan van putten.
2, het plaatsen van septic-tanks en/of opslagtanks voor gassen,
en afvloeistoffen» zoals olie, petroleum, benzine en water.
3, het aanleggen van onder- en/of bovengrondse energie- en/of
transportleidingen.
k, het vellen en/of planten van houtopstanden, waaronder mede
struiken worden verstaan.
2, te bepalen, dat het onder 1» sub e, vermelde verbod niet geldt,
indien de in dat verbod genoemde werken, voor zover geen bouw
werken zijnde, en werkzaamheden plaatsvinden ten dienste van
een kampeerbedrijfdat bestaat op het tijdstip van bekendmaking
van dit besluit en voor de exploitatie, waarvan gedeputeerde
staten van Noord—Brabant een exploitatievergunning, als bedoeld
in artikel 3, lid 1 van de verordening tot regeling van het
kampeervraagstuk in de provincie Noord—Brabant (provinciaal
blad nr. 3), is verleend.
3# te bepalen, dat de onder 1, sub e, vermelde werken, voor zovor
geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uitsluitend toelaatbaar
zijn, nadat door gedeputeerde staten van Noord-Brabant voor de
exploitatie van het kampeerbedrijf, dat deze werken, voor zover
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uitvoert, doet of
laat uitvoeren, een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel
3, lid 1 van de verordening tot regeling van het kampeervraagstuk
in de provincie Noord-Brabant (provinciaal bla 1953 nr. 3) is
verleend