De heer Rijnberg vindt ook dat bij stormweer deze be-r
jaarden beangst zijn en dringt aan op lagere beplanting
en kleinere bomen»
Na een uitvoerige bespreking dringt de heer van Geel
toch aan,deze bomen en heggen flink in te korten en te
snoeien,waarop de voorzitter toezegt dit geval opnieuw
te laten bekijken.
De heer van Geel vraagt hierna inlichtingen over het
plaatsen van de onlangs gehouden straatkermis op de Hoogte
De voorzitter merkt hierbij op dat dit hoort tot de
competentie van burgemeester en wethouders.
In aansluiting hierop deelt de voorzitter mede dat,
vanwege klachten van mensen uit de Voorstraatde laatste
keer dejkermis vanwege kind er karnaval voor één keer is
verplaatst naar de Hoogte, zulks uiteraard in overleg met
de kermisexploitanten.
Wat de jaarlijkse kermis in september betreft is er
volgens de voorzitter nog geen definitief besluit door
burgemeester en wethouders genomen, maar de voorzitter
kan mededelen dat wordt overwogen om met het plaatsen van
deze kermis een keer te rouleren.
De heer van Geel heeft ook nog een vraag over kinder
speelgoed datbij gelegenheid van de kermis op de Heen-
se Molen,door de gemeente gou zijn geleverd voor de kin-
der karnaval
De voorzitter zegt dat dit helemaal niet juist is,doch
dat dit bedoelde speelgoed eigendom was van de AiM.de Jong
stichting, speelgoed dat door Mevrouw van Gooi uit Rotter
dam was bijeengebracht- en geschonken aan de genoemde
stichting. De voorzitter kan hieraan nog toevoegen dat
dit speelgoed tijdelijk is opgeslagen geweest op de zol
der van het gemeentehuis
De heer Rijnberg vraagt of men bij de nieuwe aanplant
langs de nieuwe wegen goed rekening wil houden met de
plaatsen waar men grote bomen gaat zetten en vraagt om
bij de beplanting van de bermen met struiken te gaan
werken, dij^ alles in het belang van de verkeersveiligheid»
De voorzitter zegt dat deze plannen worden uitgewerkt
n dc> ZGer nauw overleg met staatbosbeheer/in dienst van de
landinrichting, waarbij ook de ver keer sdeskundigen worden
ingeschakeld
De heer Rijnberg merkt op dat deze verkeersdeskundigen
alleen maar graag bomen zien,waarop de voorzitter stelt
dat men inderdaad mot het plaatsen van boipen een beveili
ging biedt langs de wegen.
De heer Rijnberg wil ook alle bomen niet weren,maar wil
wel bij de aanplant rekening laten houden met de veilig
heid van het verkeer,door b.v.de bomen te planten onder
aan de dijken en lage beplanting aanbrengen langs de
bermen van de wegen.
De voorzitter is het hier niet mee eens,waarop de heer
Rijnberg zegt dat hij ook wel voor groenvoorziening en
beplanting is,maar stelt nogmaals dat volgens hem,ver
keer en bomen niet samengaan.
Na een uitvoerige onderlinge discussie stelt de voor
zitter, dat men in deze kwestie moet varen op het kompas
van de deskundigen.