AGENDAPUNT 7 RAADSVERGADERING 9 mei 1974 CODENRBijlage -08.741. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE SALARISVERORDENING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL PER 1 APRIL 1974. Aan de gemeenteraad, Per 1 april 1974 zijn voor het rijkspersoneel in het kader van het trend- beleid een aantal salarismaatregelen getroffen, die bestaan uit een verhoging van de krachtens de Machtigingswet verleende toeslag en een verhoging van het salarisbedrag per maand. Het minimumloon voor 23-jarigen en ouderen zal per 1 april 1974 verhoogd worden van 1.049,10 tot 1.075,10 per maand. De minimum-loonbedragen voor jeugdigen zullen mev ingang van voormelde datum eveneens worden verhoogd en wel als volgt: 22 jaar: van 970,40 tot 994,50 21 jaar: van 891,70 tot 913,80 20 jaar: van 813,10 tot 833,20 19 jaar: van 734,40 tot 752,50 18 jaar: van 655,70 tot 671,90 17 jaar: van 577,— tot 591,30 16 jaar: van 498,30 tot 510,70 15 jaar: van 419,60 tot 430,— Het is gebruikelijk dat de salarissen voor het rijkspersoneel ook voor het gemeentepersoneel gelden. De minister van binnenlandse zaken, die bij circulaire van 5 april 1974 de nodige richtlijnen geeft, verzoekt de gemeentebesturen gelijke voorzieningen te treffen voor het gemeentepersoneel. Het Centraal Orgaan inzake gemeentelijke personeelsaangelegenheden advi seert de gemeentebesturen -eveneens bij brief van 5 april 1974— om voor het personeel in dienst der gemeente overeenkomstig maatregelen te treffen. Wij mogen u dan ook voorstellen, de salarisverordening voor het gemeente personeel per 1 april 1974 vast te stellen conform bijgaand ontwerp-besluit. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de wethouder, de burgemeester, C. Kooien. A.B.O.A. Remery. Nieuw-Vossemeer, 22 april 1974.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1974 | | pagina 82