C. VOORZITTER
Artikel 20
Benoeming
1Het algemeen bestuur benoemt uit de leden van het dagelijks bestuur, bedoeld
in artikel 16, eerste lid, sub a. en b,een voorzitter.
2. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks
bestuur.
3. Het dagelijks bestuur benoemt uit zijn leden, bedoeld in artikel 16, eerste
lid, sub a. en b.een vice-voorzitter.
4. De vice-voorzitter van het dagelijks bestuur is tevens vice-voorzitter van
het algemeen bestuur.
Artikel 21
Zittingsduur
1. De voorzitter en de vice-voorzitter treden af op het tijdstip, waarop zij
als lid van het algemeen bestuur aftreden. Na aftreding zijn zij direct
herbenoembaar.
2. De aftredende voorzitter en vice-voorzitter blijven hun functie uitoefenen
totdat hun opvolgers benoemd zijn.
3. De voorzitter en de vice-voorzitter, die ophouden lid te zijn van het algemeen
of van het dagelijks bestuur, houden tevens op voorzitter onderscheidenlijk
vice-voorzitter te zijn.
Artikel 22
Ontslag
De voorzitter en de vice-voorzitter kunnen te allen tijde uit dj.e functie ontslag
nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan het dagelijks bestuur.
D. SECRETARIAAT
Artikel 23
Het algemeen bestuur treft een regeling inzake de vervulling van de secreta-
riaatswerkzaamheden voor het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de
voorzitter, alsmede voor de overige administratieve werkzaamheden.