id 2
ld 3
rtlkcl 4
id 1
id 2
a» hat voer feitelijk gebruik afgestane gedealfcs kan niest al» aan
zelfstandige eenheid «aorden aangemerkt in da betekenis van de
onroerend» gsadhelaeiingsn;
o» het voor feitelijk georuiK afgestane gedeelte k®n wel al sen
zelfstandige eenheid worden aangemerkt»
Een an ander rel van geval tot geval snoeten werden beoordeeld waarbij
ook a® "geöruiks"» omschrijvir.g neergelegd in het tweede lid van artikel
2 van het Besluit juncto hat tweede lid van artikel 1 van deze ver»
ordening als leidraad c»an toepassing ia.
In lid wan dit artikel is mot anders woorden weatgagsven de dsfinitis
ven "aanhorigheden uit de wet cp d® personele bel eatingwaarin de
bewoordingen "gebouwd® en ongebouwde sigendemffien" zijn verwerkt in
pleats ven "gebouw" waarmede de personele belasting ken volstaan. Da
in da verordening gegeven definitie is weliBwaar ruimer dan dia voor
de personele belasting voor wat betreft het aantal objecten» doch
qua materiële inhoud beoogt zij geen wijziging» Dit heeft het voordeel
dat dB voor de personele belasting gewezen jurisprudentie ter zake van
de ssanhorighedsn ook voor deonroetend-goadbelaetingen tot richtsnoer
genomen kan worden.
Of een object moet ©orden beschouwd els san aanhorighoid, dient
volgons de rechtspraak t® «orden beoordeeld naar d#omstandigheden.
Aangezien dit een dermate 'belangrijk element ie - vooral in twijfelgevallen
is het duidelijk dat opneming daarvan in de definitie geboden ie.
De woningdefinitia in lid 'i van dit artikel is wenselijk omdat in d»
varordening een aantal malen het begrip "woning* wan de orde komt»
Het eerste lid,ie» hoewal redactioneel enigszin» aangepast gelijk een
het eerst» lid vsn artikel ven het Besluit. Hst geeft aan aaike
waarde in het economischs verkeer voor onroerende goederen in aan
merking disrafcte worden genomen»
Het tweede lid geeft ean waarderingavoorscheift in die gevallen $1»
bedoeld in artikel 3. «ersto lid, latter c, waarin er weliswaar sprake
is van twee of wear zelfstandige belestingobjectsn, doch ten aanzien
waarvan de waarde bij vervrseeding niet afzonderlijk is vaat ta stellen,
omdat hat onroerend goed» waarvan die öalaatingotojaefcssn deel uitmaken»
op veelal juridischs gronden slechts in zijn geheel kan worden •»«*-
dragen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aan woning welke dooi
de eigenaar in gedsslten aan verschillende personen wordt verhuurd,
zonder dot hij zelf ale hoofdbewoner fungeert en zonder dat er spreke
is van een splitsing in appartementen ais bedoeld in artikel 63BA
Burgerlijk 'Jfefcboek.
Ooet zich deze omstandigheid voor, dan dient da woning sis éfin
geheel t» worden gewaardeerd en dient da aldus gevonden waarde near
evenredigheid ean ieder afzonderlijk in gebruik zijnde daal te worden
toegerekend. I» de woning echter gesplitst in appartementen ai» bedoeld
in artikel 63tfe Burgarlijk üSötbosk, dsn is het zonder maat duidelijk
det voor ieder ven dez® appartementen de waard» afzonderlijk kan worden
vastgesteld*