B i "j la^6 3 4 AGENDAPUNT RAAD SVERGADERING CODENR. 19 27 december 1973. -1.71^. VOORSTEL TOT KET VASTSTELLEN VAN EEN VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDGOEDBELASTINGEN AAN DE GEMEENTERAAD. In ons ivoorstel van 21 april 1971 deden wij u reeds mede deling van de mogelijkheid dat de gemeenten een nieuwe belasting tot uitbreiding van het gemeentelijke belastinggebied konden in stellen. Het be tref o hier de belasting op het onroerendrrool Terzake van deze mogelijkheid zijn bij Koninklijk Besluit van l4 oktober 197^ (Stbl. 6l6/ nadere regelingen en voorschriften vastgesteld. Vdór 1979 zullen alle gemeenten een belasting verordening op onroerendgoodmoeten hebben. De verordening moet minstens één jaar voor de datum van invoering aan de minister van financiën worden toegezonden. Het eerder vaststellen van een dergelijke verordening kan voor de gemeente voordelen hebben, zonder dat do belastingdruk voor de inwoners hoger wordt Bij de invoering van de nieuwe belasting op onroerend-goed vervallen namelijk do personele belasting, de grondbelasting, de straatbelasting en de rioolbelasti'ng. Ook de rijksopcenten op de personele belasting en de grondbelasting komen te vervallen. De opbrengst hiervan zal bij gelijk blijvende totale belasting druk echter aan de gemeente ten goede komen. Dit voordeel kan worden becijferd op 12.535» -'Jaarnaast zal ook de uitkering uit het gemeentefonds met 5.^30,worden verhoogd. In totaal een voordeel voor de gemeente van ongeveer 17.000, zonder dat de inwoners extra belast x\rorden. Bij de instelling van een belasting-verordening op onroorendgoed heeft do raad de keuze uit twee grondslagheffingen, te weten: a, een heffing op de oppervlakte van het onroorendgoed, na toe passing van vermenigingsvuldigingscijfers van aard, ligging, kwaliteit en soort gebruik, zulks teneinde op .benadelende wijze rekening te houden met verschillen in waarde in het economische verkeer; b, de waarde welke aan het onrcerend goed in hot economische verkeer kan worden toegekend. In de regio Roosendaal adviseert men een heffing naar de waarde van het onroerend goed in het economische verkeer (b). Een schatting van het onroerendgoed zal dan moeten plaatsvinden, waarbij voor elk pand de waarde wordt bepaald; vrij opgeleverd. Deze methode van grondslagbepaling is in eerste instantie een vrij kostbare zaak, die vrij-veel werk net zich breng^och éénmaal vastgesteld zal het niet oeilijk zijn do grondslagen voor de 0rekening der onroerondgoedbelasting bij te houden. Wij stellen u voor de onroerondgoedbelasting in te voeren per 1 januari 19/5» met als grondslagi de waarde in economisch verkeer.De ontwerp—verordening en een uitvoerigere toelichting daarop liggen ter secretarie ter inzage. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de wethouder, de burgemeester, C,Kooien, A.G.O.A.Remery.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1973 | | pagina 161