1. het plaatsen van pompen en/oi het slaan van putten; 2. het plaatsen van septic-tanks en/of' opslagtanks voor gassen en afvloeistofren, zoals olie, petroleum, benzine en water; 3. het aanleggen van onder- en/of bovengrondse energie- en/of transportleidingen, b, het vellen en/of planten van houtopstanden, waaronder mede struiken worden verstaan, 2, te bepalen dat het onder 1, sub e, vermelde verbod niet geldt, indien de in dat verbod genoemde werken, voor zover geen bouwerken zijnde, en werkzaamheden plaatsvinden ten dienste van een kampeerbedrijf dat bestaat op het tijdstip van bekend making van dit besluit en voor de exploitatie waarvan gede puteerde staten van Noord-Brabant een exploitatie-vergunning als bedoeld in de verordening tot regeling van het kampeervraagstuk in de provincie Noord-Brabant is verleend, 3. te bepalen, dat de onder 1, sub e, vermelde werken, voor zover geen bouwerken zijnde en werkzaamheden uitsluitend toelaatbaar zijn, nadat door gedeputeerde staten van Noord-Brabant voor de exploitatie van het kampeerbedrijfdat deze werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uitvoert, doet of laat uitvoeren, oen exploitatie-vergunning, als bedoeld in do verordening tot regeling van het kampeervraagstuk in de provincie Noord-Brabant is verleend, III. te bepalen, dat de volgende procedure-regels in acht moeten worden genomen: 1, het verzoek om een aanlegvergunning moet in drievoud bij burgemeester en wethouders worden ingediend, 2, de aanvraag moet in elk geval inhouden: a) naam en adres van de aanvrager; b) de plaats, aard en het doel van het werk, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheid. 3, bij de aanvraag moeten de nodige tekeningen en andere gegevens in driev ad worden overgelegd voor een beoordeling daarvan, onder meer: a) een tekening van het werk, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheid, op een schaal van tenminste 1:100, waarop tevens de aard van de te gebruiken materialen en de maten in m moeten zijn aangegeven resp. ingeschreven. a; een tekening op schaal van tenminste 1:2500, die de situatie van het terrein aangeeft, waarop het werk, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheidzal worden uitgevoerd en de aangrenzende terreinen, de bebouwing en de kadastrale de opgenomen percelen. op deze terreinen voorkomende grenzen, sectie en nummers van k. 5. de aanvraag moet door de aanvrager zijn ondertekend. de aanlegvergunning wordt zo spoedig mogelijk aan de aanvrager uitgereikt; een stel van de overgelegde bescheiden wordt door de gemeentesecretaris gewaarmerkt en aan deze vergunning gehecht IV. afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de inspecteur van de ruimtelijke ordening te Eindhoven, de hoofdingenieur directeur van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in de provincie Noord-Brabant te s-Hertogenboschde commissie voor de gemeentelijke plannon, de hoofdingenieur-directeur van de landinrichting te Tilburg en aan de provin ciale planologische commissie. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd dd3 oktober 1973. de wethouder, de voorzitter,

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1973 | | pagina 109