Bijlage AGENDAPUNT 12 RAADSVERGADERING 7 september 1972 CODENR. -l.777.6ll VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VOOR DE VUIL VERWERKING IN DE REGIO ROOSENDAAL. Het blijkt hoe langer hoe moer, dat het komplexe vraagstuk van de vuilver werking niet meer door elke gemeente afzonderlijk kan worden opgelost. Dit is met name het gevolg van de veranderde inzichten op het terrein van do milieuhygiëno. Er zal intergemeentelijk gecombineerd moeten worden om tot grotere verwerkingseenheden te komen. Dit geldt zowel voor het inzamelen als hot verwerken van het vuil. De realisering kan ochter zonder bezwaar in fasen plaatsvinden. In een uitvoerig rapport over de verwerking van de vaste afvalstoffen in de regio Roosendaal, uitgebracht in december 1970 door eon kommissie, bestaan de uit direkteuren van gemeentewerken uit de regio en de burgemeester van Oud en Nieuw Gastel, worden de in aanmerking komende mogelijkheden diepgaand behandeld, zowel wat betreft de verwerkingsmethode, als de omvang van het samenwerkingsgebied. De konklusic was, dat in de omstandigheden waarin de regio Roosendaal zich bevindt, verbranding van het vuil in regionaal verband het meest aangewezen is. Genoemd rapport bevat onder meer een internationaal on derzoek naar de in alle opzichten meest verantwoorde installatie voor de ver branding van de vaste afvalstoffen van een gebied van omstreeks 100.000 inwo ners. De inspekteur van de volksgezondheid in de provincie Noord-Brabant, belast met het toezicht op de hygiene van het milieu, hoeft met de voorgestelde wijze van verwerking van vaste afvalstoffen zijn instemming betuigd. Vanwege de gemeente Roosendaal is vervolgens nog een nader onderzoek verricht. Do resultaten van dit afsluitend onderzoek werden, met een financierings- en exploitatieschema, een tekening van de gedachte installatie en een foto van een maquette daarvan, neergelegd in het zgn. "Eindrapport vuilverbranding in de regio Roosendaal". Het overlegorgaan van de regio aanvaardde op 8 mei 1972 dit rapport en adviseerde bij brief van 17 augustus 1972 aan de gemeentebe sturen in de regio tot het aangaan van de gemeenschappelijke regeling. Na het inwerkingtreden van de regeling kan het in het leven roepen rechts persoonlijkheid bezittend lichaam gelden aantrekken op de kapitaalmarkt, waarna de opdracht tot de bouw van de installatie c.a. kan worden gegeven. De taak van het lichaam is omschreven in artikel 4 van de regeling: "Het stichten en exploiteren van een vuilverbrandingsinstallatie met een of meer daarbij behorende stortplaatsen voor verbrandingsresten en de niet voor ver branding in aanmerking komende afvalstoffen". Het ligt in de bedoeling in de bouwtijd van de installatie te komen tot het afronden van de studie over het gezamenlijk ophalen van het huisvuil, hetgeen een beter gebruik van het materieel en een doelmatiger opzet mogelijk kan maken. Met deze eventuele taakuitbreiding is in de gemeenschappelijke regeling in beginsel rekening gehouden. De financiële konsekwenties van de regionale vuilverwerking kunnen eerst exact worden berekend, nadat bekend is welke gemeenten daaraan zullen deel nemen. AAN DE GEMEENTERAAD.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1972 | | pagina 69