Hoofdstuk IX
Dg archieven
Artikel 29
Voorzover het algemeen bestuur ten aanzien van de archiefbescheiden niet an
ders bepaalt, zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het be
heer der archiefbescheiden alsmede die omtrent het toezicht daarop zoals die
voor de gemeente Breda zijn of nader zullen worden vastgesteld, van overeen
komstige toepassing.
Hoofdstuk X
Het jaarverslag
Artikel 30
1. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks vóór 1 juni eeri
verslag over de werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar aan.
2. Het algemeen bestuur stelt het verslag vast. Het dagelijks bestuur zendt
3 exemplaren van het verslag binnen veertien dagen na de vaststelling toe
aan elk der deelnemers, alsmede aan gedeputeerde staten.
Hoofdstuk XI
De verplichtingen van de deelnemers
Artikel 31
1. De deelnemers doen bij de inwerkingtreding van deze regeling aan het alge
meen bestuur een opgaaf van de op dat tijdstip reeds door hen ondcrgunomet
automatiseringsactiviteiten
2. Behoudens het bepaalde in artikel 6, lid 3, 2e zin, onderneemt een deel
nemer na de inwerkingtreding van deze regeling geen automatiseringsacti
viteiten danwel doet zulks door anderen uitvoeren dan na gepleegd overleg
met het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk XII
De toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Artikel 32
1. Toetreding tot de regeling van een gemeente of een waterschap heeft plaats
krachtens een besluit van het algemeen bestuur alsmede een besluit van
de raad van die gemeente of het algemeen bestuur van dat waterschap, welke
laatste besluiten hogere goedkeuring behoeven.
Het algemeen bestuur kan aan die toetreding voorwaarden verbindenwaar
onder de betaling van een entreegeld.
2. De toetreding gaat in op de dag, aangegeven in het besluit van het alge
meen bestuur als bedoeld in het 1e lid, doch niet eerder dan op de dag
volgende op die, waarop het goedgekeurde besluit is bekend gemaakt in de
Nederlandse Staatscourant.
3. Toetreding is slechts mogelijk voor:
a. gemeenten, gelegen in Midden- en West-Brabant, zoals aangegeven op de bij
deze regeling behorende kaart;
b. waterschappen.
Artikel 33
1. Elke deelnemer kan besluiten tot uittreding uit de regeling. Een afschrift
van het daartoe strekkende raadsbesluit c.q. besluit van het algemeen be
stuur van het waterschap en van het besluit tot goedkeuring daarvan, worden
zo spoedig mogelijk aan het algemeen bestuur toegezonden.
2. De uittreding kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 januari van enig
jaar, met dien verstande, dat de in het 1e lid bedoelde toezending van het
goedkeuringsbesluit tenminste êên jaar tevoren dient te hebben plaats gehad
en dat uittreding niet kan plaatsvinden binnen vijf jaar na het tijdstip
van de deelneming aan of de toetreding tot deze regeling.