Bijlage 10
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR,
10 7 september 1972 -2.08.86
VOORSTEL TOT HET -IN PRINCIPE- AANGAAN VAN EEN SAMENWERKINGREGELING VOOR HET
OPRICHTEN EN IN STAND HOUDEN VAN EEN BESTUURSACADEMIE VOOR DE OPLEIDING EN
VORMING VAN AMBTENAREN TEN BEHOEVE VAN LOKALE, REGIONALE EN PROVINCIALE BESTUURS
DIENSTEN IN NOORD-BRABANT.
AAN DE GEMEENTERAAD.
De afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft bij
schrijven van 10 juli 1972 medegedeeld dat het bestuur van de vereniging in de
algemene vergadering van 13 juni 1972 een tweetal principe-besluiten heeft genomen.
Deze besluiten betreffen:
a. het treffen van een samenwerkingsregeling voor het oprichten van een bestuurs-
academie;
b. het opheffen van de bij besluit van 22 juni 1966 opgerichte Brabantse Bestuurs-
school.
Na vaststelling van deze principe-besluiten heeft het bestuur van de afdeling
Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten provinciale staten en
alle gemeenteraden van Noord-Brabant een concept-gemeenschappelijke regeling toege
zonden met het verzoek tot deelname c.q, toetreding tot deze gemeenschappelijke
regeling.
In de toelichting op het concept gemeenschappelijke regeling worden als hoofd-mo-
tieven voor de wenselijkheid voor de bestuursschool alsnog een gemeenschappelijke
regeling aan te gaan aangevoerd:
a. door het treffen van een gemeenschappelijke regeling wordt beter aangesloten bij
de bestuursvorm van de meeste andere scholen, waardoor gemeenschappelijke uit
gangspunten en activiteiten voor de scholen eenvoudiger gerealiseerd kunnen wor
den dan ingeval van een verschillende bestuursorganisatie. Uit dat oogpunt is een
afwijkend© vorm alleen verdedigbaar, indien daaraan andere evidente voordelen zou
den zijn verbonden;
b. een gemeenschappelijke regeling biedt de mogelijkheid een duidelijk financieel
statuut voor de school te scheppen, gebaseerd op het uitgangspunt dat de pro
vincie en alle gemeenten een in zeker opzicht gelijk belang hebben bij het be
stuursdienst-onderwijs, Hierdoor kan wijziging worden gebracht in de huidige
situatie, waarin alleen gemeenten die ambtenaren op de school hebben geplaatst
in de kosten daarvan participeren;
c. door een gemeenschappelijke regeling kan een meer speciaal op de belangen van de
bestuursschool gerichte structuur worden gecreëerd dan in de huidige bestuurs
organisatie, waarin terzake taken zijn opgedragen aan de raad van beheer, het
dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van de afdeling Noord-Brabant van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Alsdan kan een slagvaardiger beleid worden
gevoerd, waarbij op zich voordoende ontwikkelingen onmiddellijk kan worden ge
reageerd
Voor wat betreft de konsekwenties voor deelname aan de regeling wordt gewezen op:
- recht van de deelnemers daarvoor in aanmerking komende functionarissen aan de
bestuursschool (academie) een opleiding te doen volgen in tegenstelling tot niet
deelnemers. Het niet-deelnemer zijn zou op grond van klasse-bezetting en andere
organisatorische motieven tot niet-toelating kunnen leiden.
- lagere lesgelden voor het personeel van deelnemers in vergelijking met personeel
van niet-deelnemers omdat de deelnemers reeds een rechtstreekse bijdrage in de
kosten van de school betalen.