- 3 -
Van de mannen bedroeg het aantal ingekomenen 29, het aantal ver
trokkenen 23 en van de vrouwen was dit respectievelijk 36 en 35.
Evenals bij de geboorten een ontwikkeling valt waar te nemen van
een bepaalde strekking, kan ook bij de migratie een lichte verschuiving
geconstateerd worden. De afgelopen 15 jaar was er een vertrekoverschot van
4,6 personen gemiddeld per jaar. De laatste drie jaar kende deze gemeente
een vestigingsoverschot van gemiddeld 4 personen per jaar. De daaraan
voorafgaande 12 jaren was het vertrekoverschot 6,75. Deze ontwikkeling
tendeert naar toenemende winst van degenen die zich hier komen vestigen
op hen die het dorp verlaten. Het gemeentebestuur juicht dit toe.
Wil het streven om van deze gemeente een landelijke woongemeente te maken
slagen, dan is het noodzakelijk dat zich hier mensen vestigen. En anders
om kan men stellen dat de ontwikkeling in het vestigingsoverschot
de toets is voor het gemeentelijk beleid, dat er overigens wel op gericht
is geleidelijk mensen van elders op te vangen om hen de gelegenheid
te geven te integreren met de oorspronkelijke bevolking. Een rustige groei
veroorzaakt door geboorte-overschot en vestigingsoverschot staat ons
voor ogen, daarbij strevende naar een evenwichtige en gezonde leeftijds
opbouw. In 1970 lukte dat aardig: het aantal inwoners nam in totaal toe
met 46 personen, van wie 23 mennen en evenveel vrouwen, zodat op
1 januari 1971 de totale bevolking 1955 personen omvatte:
1016 mannen en 939 vrouwen. Een verhouding van 92 vrouwen op 100 mannen.
Een beeld dat al jaren onveranderd is gebleven.
WONINGBOUW
Goede huisvesting is een van de eerste vereisten voor de ontwikkeling
van de mens, zeker in een wolvaartsstaat als de onze. Het is al jaren
een zorg van de overheid deze levenseis in te willigen. Een ruim
twintig jaren durende landspolitiek is er niet in geslaagd te voldoen
aan de bevrediging van de op dit punt levende behoeften. Allerwegen wordt
de vraag opgeworpen of de wijze waarop men in Nederland getracht heeft
de woningnood op te lossen wel met de juiste middelen geschied is.
Aan de gemeentelijke overheid rest vaak niet veel meer dan de lijst
der woningzoekenden in lengte te doen toenemen en te zoeken naar op
lossingen via wegen welke buiten de hogere overheid geheel of ten dele
omgaan. Met name de kleine gemeenten hebben de laatste jaren weinig
toewijzingen gekregen uit het woningwetcontingent. Deze ontwikkeling
was reeds enige jaren geleden voorzien door ons gemeentebestuur. De
eigenbouw is daarom steeds gestimuleerd op verschillende wijzen; dit
streven is de laatste jaren niet onbeloond gebleven. Sinds de nieuwe
premieregeling van eind 1967 zijn er in deze gemeente heel wat premie-
woningen tot stand gekomen.
7r>