De heer GLARIJS zou het dan ook,gelijk de heer VAN LOEN HOUT heeft gesteldwillen zien als een eenmalige sulosidie Na nog enige onderlinge gedachtenwisseling wordt,op navraag van de VOORZITTER,overgegaan tot hoofdelijke stem ming, en wordt met 3 stemmen voor en 4 stemmen tegen af wijzend "beschikt op het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het doen van een schenking van het pand Voorstraat 29 aan de Stichting A.M.de Jong. Tegen stemden de heren M.JJ.PERDAEMS, M.RAEDTS, MP01ARIJS en P.J.Th.VAN MEEL VOORSTEL TOT VERHOGING VAN DE PLAATSELIJKE BELASTINGEN jDp s s*.T.714".I3T De VOORZITTER licht dit voorstel nader toe,waaruit Blijkt dat de financiële positie van de gemeente er niet zo rooskleurig voorstaatgezien het feit dat men f,45000, tekort omt op de begroting. De VOORZITTER stelt dan ook dat een aanvullende uitke ring van het rijk zal moeten worden gevraagd,maar dat de plaatselijke belastingen dan eerst op een bepaald peil dienen te worden gebracht. Op een vraag van de heer PERDAEMS deelt de VOORZITTER mee dat deze belastingen dan ieder jaar opnieuw zullen worden herzien. Op eenvraag van de heer VAN MEEL zegt de VOORZITTER dat,wil men voor een aanvullende uitkering in aanmerking willen komen,men aan bepaalde voorwaarden zal moeten vol doen. De heer VAN LOENHOUT vindt het vooral voor de bejaarden met betrekking tot het ophalen van grof vuil,een fikse verhoging, en had liever eerst hierover een commissie vergadering gehouden. De VOORZITTER zegt dat er geen oommissie uit de raad bestaat voor herziening van plaatselijke belastingen en deelt mede dat deze voorstellen minimum normen inhouden. De heer VAN LOENHOUT had liever gezien dat degenen die het moest gebruik maken van deze dienstver3.ening er ook het meest voor zouden betalen. Verder vindt de heer VAN LOENHOUT het verschil tussen de le en 2e vuilnisemmer ook niet juist. De heer PERDAEMS zou ook liever zien dat voor de le emmer minder zou worden betaald en voor de 2e emmer het bedrag hoger stellen. De VOORZITTER vraagt zich af of men dan een voldoende opbrengst krijgt. Op een vraag van de heer GLARIJS met betrekking tot de rioolbelasting,zegt de VOORZITTER dat deze wordt berekend aan de hand van de kadastrale huurwaarde. De heer VAN LOENHOUT wil de aantekening dat hij niet akkoord gaat met f.2,extra voor het ophalen van grof vuil. Hierna wordt,zonder hoofdelijke stemming besloten: I.De verordening op de heffing van een reinigingsrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 februari 1962 en sindsdien gewijzigd,te wijzigen alsvolgt: Artike>1 1 Artikel 3* wordt vervangen door een nieuw artikel 3, luidende alsvolgt: Het recht bedraagt per jaar: a.bij beschikbaarstelling van een emmer f.22, b.bij beschikbaarstelling van twee emmers f.37, c.bij beschikbaarstelling van drie emmers f.42, Voor iedere volgende emmer wordt het recht met f.5, verhoogd Artikel 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1969

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1969 | | pagina 19