De VOORZITTER zegt dat dit inderdaad juist is,doch dat
achteraf is geblekendat dit dan kosten zou meebrengen
voor de gemeente vanwege de verbouwing,die dan de ge
meente zou moeten plegen,welke kosten veel hoger zouden
liggen dan de huurprijs zou kunnen opbrengen en dat in
de huurprijs niet wordt gesubsidieerdmaar in de verbou
wing en inrichting wel.
De VOORZITTER zegt dat er iets anders mee moet gebeuren
wanneer de gemeente het gebouw niet zou schenken,wat be
tekent dat het museum in dit gebouw niet doorgaat,het
niet gemakkelijk zal zijn een even goede en goedkope op
lossing te vinden en wil men in het culturele leven van
West-Brabant iets te bieden hebben,dat men er dan ook
wat voor over zal moeten hebben.
De VOORZITTER vindt het museum met bibliotheek en
schrijvershuisje voor de gemeente toch wel een zeer
belangrijke zaak.
De heer CIA RIJS vraagt naar de mogelijkheid de stich
ting deze woning van de gemeente te laten kopen,waarop de
VOCRZITTER zegt dat dan de AK.de Jongstichting al zou
beginnen met een schuld van f.15000,en vraagt zich
af wat de gemeente zelf dan nog doet in het belang van
deze stichtingvan de bewoners en van de jeugd van
Nieuw-Vossemeer
De VOORZITTER ziet het als een plicht hieraan subsidie
te verlenen,en dat dit het best zou kunnen geschieden
door het ter beschikking stellen van dit gebouw.
De heer CLAR1JS komt nogmaals terug op het feit dat
destijds is voorgesteld dit pand aan de stichting te
verhuren waarop de VOORZITTER stelt dat nadien is geble
ken dat het pand in bezit diende te zijn van de stich
ting wil men voor de verbouwing van diverse instanties
hiervoor subsidie kunnen verkrijgen en dat de gemeente
ook hierin zou kunnen bijdragen in de vorm van deze
schenking,welke buiten de begroting blijft vanwege de
opbrengst van verkoop van een van Rossumswoning
De VOORZITTER weet dat de stichting toch al zo'n
f.70.000,nodig zal hebben voor verbouw en inrichting
en dat de gemeente hieraan dan ook dient mede te werken.
De heer ClffiIJS ziet de financiële positie van de ge
meente toch al minder worden,waarop de VOORZITTER vraagt
op welke wijze de financiële positie van de gemeente
minder wordtwanneer men dit pand schenktdaar de gemeente
deze f.15000,niet op zak heeft,doch dat deze gelden in
dit huis zitten, waaraan in ieder geval een bestemming
moet worden gegeven en dat deze schenking volkomen be
antwoordt aan het doelwaarvoor het wordt bestemd,n.m.
voor recreatie,en cultuur voor de jeugd.
Verder zegt de VOORZITTER dat de gemeente zelf voor de
verbouwing geen subsidies kan krijgen en de AM.de Jong-
stivhting wel,omdat dit het doel niet is voor een gemeen
te maar wel voor een AM.de Jongstichting
De heer PERDAEMS vraagt naar de mogelijkheid tot in
huurkoop nemen door de stichting door afbetaling in ter-
mijen,waarop de VOQRZETTER zich afVraagt waar de stich
ting dit geld vandaan moet halen,dat deze stichting dan
toch hiervoor subsidie zou vragen aan de gemeente,wat
toch lood om oud ijzer sou zijn.
De heer VAN LOENHOUT wil deze schenking zien als een
langlopende subsidie over meerdere jaren,die men nu
ineens toekent in de vorm van deze schenking,en stelt,
wanneer de stichting het inderdaad klaarspeelt om voor
verbouwing en aankoop van het naastgelegen pand Voor
straat 31 f.70.000,bij elkaar weet te brengen, dat
dan de gemeente hierin niet achter mag blijven.