- 4 -
De beroepsbevolking van onze gemeente heeft in deze wel bijzonder veel te
verduren. 287 Personen van de beroepsbevolking, die in totaal een getal
van 543 telt, reizen dagelijk naar meer en minder ver verwijderde plaatsen
dat is bijna 53 van alle in Nieuw Vossemeer wonende werkende mannen en
vrouwen en ruim 69 ^0 van de totale afhankelijke beroepsbevolking.
Waar het de beroepsbevolking betreft, gaat het niet meer aan Nieuw Vossemeer
een agragrische gemeente te noemen - een fout die nog overal gemaakt wordt.
Nieuw Vossemeer telt momenteel 39 agrarische bedrijven met een totale
bedrijfsgrootte van ongeveer 1339 H.A. en een bezetting van in de 80 personen,
dat is goed 15 van de totale beroepsbevolking. De mechanisatie in de land
bouw heeft het aantal van de voor deze branche benodigde personen geminimaliseerd
nog niet één persoon is nodig op ruim 16 ha.
De werkende mens uit deze plaats is op elders aangewezen? hij is daardoor
bijzonder kwetsbaar.Zonder dathetlo provinciale-en de rijksoverheid
duidelijk is geworden - in zelfs het meest recente rapport (in de onlangs
gepubliceerde nota "Plaatselijk Sportbeleid" wordt Nieuw Vossemeer gerang
schikt onder de gemeenten met een agrarische mannelijke beroepsbevolking
tussen 40 en 50 kan men de zojuist vermelde gegevens niet aantreffen -
heeft zich in onze gemeente een structurele werkeloosheid voorgedaan, welke
doet denken aan situaties als zich in de laatste jaren in Zuid-Limburg ont
wikkeld hebben.
Zonder omscholing en zonder steun heeft een zeer groot deel van onze beroeps
bevolking in een paar jaar tijds zijn heil elders moeten zoeken, vaak buiten
de provincie. Dat de gemeente als zodanig hiervan nadelige gevolgen onder
gaat, kan niet uitblijven, zeer zeker niet, wanneer bedrijven zestigjarigen
en ouderen dan wel van vérkomende personen ontslaan wanneer het tij ten
ongunste keert zonder dat deze zelfde personen - en hierin zit het kwalijke
van deze handelwijze - wederom aangenomen worden, wanneer de situatie
een gunstige wending neemt. Dan wordt blijkbaar de afdeling sociale
zaken van de toch al armlastige gemeente goed genoeg geacht.
Het College van Burgemeester en Wethouders is ervan overtuigd, dat het klimaat
in deze gemeente eerst dan gezond is, wanneer de plaatselijke bevolking
- en zeker de mannen onder hen - voor een zeer groot deel in haar eigen
plaats te werk kan worden gesteld. Het College zal dan ook niet rusten, voor
dat voor dit moeilijke punt een oplossing is gevonden.
Daarbij dient overigens wel aangetekend te worden, dat het er niet n.ï gaat van
Nieuw Vossemeer een industriële gemeente te maken, het gaat slecht om creatie
van voor deze gemeente noodzakelijke werkgelegenheid.