16.
Verder deelt de VOORZITTER mede dat tegen dit plan
2 "bezwaren zijn ingediendt.w.de Wed.Weterings en de
fa.Gebr.van Gaans.
Naar aanleiding van een opmerking van de heer VAN
MEEL deelt de VOORZITTER mede dat het gemeentebestuur
niets zal nalaten deze 2 reclamanten zoveel mogelijk
tegemoet te komen en trachten hen met andere gronden
te compenseren,indien de gemeente hiertoe in staat zal
zijn.
Hierna geeft de VOORZITTER aan de hand van kaarten
een duidelijk overzicht van de situatie ter plaatse.
Op een vraag van de heer PERDAEMS gelooft de VOORZIT
TER dat MevrWeterings nog geruime tijd van haar grond
gebruik zal kunnen maken.
Hierna licht dc VOORZITTER het geval van de fa.Gebr.
van Gaans nader toe en stelt dat destijds het perceel,
waar thans de houtopslagplaats is gevestigdwas bestemd
voor klein bedrijfjedoch dat dit evenwel door Gedepu
teerde Staten uit dit plan is gehaald.
De VOORZITTER stelt dat Gebr.van Gaans geheel schade
loos zullen worden gesteld om hun bedrijf te kunnen
voortzetten.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordtzonder hoofdelijke stemming beslóten»
I. vast te stellen;
a) het"bestemmingsplan 1966 gedeelte Woningbouw",
blad 1, bijlage 1?
b) de hierbij behorende "bestemmings- en bebouwings-
voorschriftennbijlage 2.,volgens concept-besluit.
RONDVRAAG;
De" heer RAEDTS vraagt hoe of het staat met de trot
toir-aanleg bij de heer C.Kooien in de Wenerstraat.
De VOORZITTER zegt dat eerst is geprobeerd ook met
andere mensen ter plaatse tot een oplossing te komen,
en kan mededelen dat het geval bij de heer C.Kooien in
de Wenerstraat spoedig zal worden afgehandeld.
De heer CLARIJS vraagt inlichtingen omtrent de af
sluiting van diverse straten voor motorrijtuigen op
meer dan twee wielen.
De VOORZITTER licht dit nader toe,doch met betrekking
tot het Doktersdroefje moet de VOORZITTER mededelen dat
hier de borden nog moeten worden geplaatstomdat deze
nog niet aanwezig zijn.
Verder vraagt do heer CLARIJS of het mogelijk is
waarschuwingsborden te plaatsen in de bocht op de
Moorseweg bij Gebr.Lanen.
De VOORZITTER merkt op dat buiten de bebouwde kom
Burgemeester en Wethouders geen bevoegdheid hebben,
dat Gedeputeerde Staten dit moeten uitmaken en dat hij
dit in het geheel wil gaan bekijken voor deze hole weg,
wanneer Gedeputeerde Staten hiermede instemmen.
De VOORZITTER gelooft dat Gedeputeerde Staten dit
zullen laten afhangen van de hele ontwikkeling met be
trekking tot andere wegen,die gaan komen in de gemeente,
doch zegt dat dit de volle aandacht heeft.