VOORSTEL TOT HET AANSTELLEN VAN TEN AMBTENAAR BIJ OPENBARE WERKEN .TSo"s g.08. 2T"" De VOORZITTER ze'gt dat het voorstel de raad uitvoerig heeft ingelicht omtrent de situatie in de gemeente en dat met één ambtenaar erbij de situatie nog niet is op gelost, doch dat de financiële toestand niet meer toelaat. Verder deelt de VOORZITTER mede dat vertrouwelijk in zage is gegeven van de sollicitaties der diverse personen, dat verder het college van Burgemeester en Wethouders twee candidaten het meest geschikt achten,n.m.de heer A.DAM,A.M.de Jongstraat 15 en de heer JAC.MUSTERS,A.M.de Jongstraat 22 en dat de heer A.DAM als no.l is gesteld op deze aanbeveling,omdat deze als arbeidscontractant reeds in dienst van de gemeente is en al die tijd goed werk heeft verricht. Met betrekking tot de heer JAC.MUSTERSwiens werk Burgemeester en Y/ethouders niet direct kunnen beoordelen, omdat deze nog niet bij de gemeente heeft gewerkt,zegt de VOORZITTER,dat in de ogen van Burgemeester en Wethouders het minder gewenst is vader en zoon in een toch al gering aantal personen tellend dienstverband te doen samenwerken. De VOORZITTER stelt dat dit een schriftelijke stemming moet zijn en dat deze stemming niet beperkt is tot de twee personen van de aanbeveling. Als stemopnemers worden aangewezen de heren VAN LOENHOÏÏT en CLARIJS. Overgaande tot stemming blijken hierna uitgebracht te zijn 6 geldige stemmenwaarvan 4 stemmen op de heer MUSTERS en 2 stemmen op de heer DAM,zodat; de heer JACOBUS PETRUS MRIA MUSTERS, geboren op 27 oktober 1943 te Steenbergen en wonende te Nieuw-Vos seine erA.M.de Jongstraat 22 is benoemd tot gemeentewerkman, loongroep IV in tijdelijke dienst met een proeftijd van een jaar. De VOORZITTER zegt dat Burgemeester en Wethouders con tact zullen opnemen met de heer MUSTERS om hem m.i.v. 1 augustus a.s.in dienst te doen treden of zoveel later als nodig is. De heer VAN LOENHOUT vraagt hierna het woord en zegt dat hier de grootste onrechtvaardige daad is gepleegd die ooit door een gemeenteraad kan worden gepleegd. De heer VAN LOENHOUT had altijd gedacht dat gemeente raadsleden verantwoordelijkheidsgevoel hadden en dat had hij ook in deze zaak verwacht. De heer VAN LOENHOUT had in vorige besprekingen zijn standpunt reeds uiteengezet en zich verzet om sollici tanten op te roepen voor deze betrekkingdoch dit is toch gebeurd omdat er zeer onsportieve leden in onze gemeente raad zitten,aldus de heer VAN LOENHOUT,en hij kan er maar moeilijk overheen dat zoiets hier kan plaatsvinden,dat er zo onsportief gewerkt kan worden. De Heer VAN LOENHOUT stelt dat de heer A.DAM ruim 1 jaar in dienst is bij de gemeente,dat van deze man nooit klach ten zijn gehoord,ook niet van Burgemeester en Wethouders, dat deze man altijd zijn best heeft gedaan en zich goed heeft ingewerkt. Verder stelt de heer VAN LOENHOUT dat door de vorige Burgemeester de belofte is gedaan dat de heer DAM bij de gemeente zou kunnen blijven,dat hij kon gaan studeren voor tuinman,wat ook is gebeurdzelfs met toestemming en op kosten van de gemeente. De heer' VAN LOENHOUT stelt dat de heer DAM nog steeds verder studeertvolgens het prae-advies van Burgemeester en Wethouders goed werk verricht,vollledig heeft bewezen te voldoen aan zijn verantwoordelijke taak als gemeente werkman en stelt nu vast dat de gemeenteraad deze man gaat wegjagen.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1968 | | pagina 43