I* bevqlking. NIEUWJAARSTOESPRAAK uitgesproken tijdens de vergadering van de raad der gemeente Nieuw Vossemeer op vrijdag 26 januari 1968. Mijne heren, leden van de Raad, Trouw aan de in deze en vele andere gemeenten heersende traditie in de eerste vergadering van een nieuw jaar een terugblik op het verleden te werpen en een visie te ontwikkelen voor de toekomst, zal ik aan de hand van over het ver leden verkregen cijfers een beeld trachten te schetsen van onze gemeente op het ogenblik on vervolgens uit dit beeld die elementen te destilleren, die - naar de meningen van het College van Burgemeester en Wethouders de grondslagen vormen van en de weg wijzen naar het op de zowel nabije als meer verwijderde toekomst gerichte beleid. Dit jaar is het vijtien jaar geleden, dat onze bevolking zwaar getroffen werd door de voor velen van onze inwoners noodlottige februari-ramp. Tengevolge van deze ramp hebben in het totaal 1835 mensen het leven verloren, van wie vijftig inwoners uit onze gemeente. Vodr de watersnood - op 31 december 1952 - telde Nieuw Vossemeer 1686 inwoners^ het heeft elf jaar geduurd voor dat wederom hetzelfde aantal mensen deze gemeente bevolkte; eerst op 31 december 1963- Hieruit mag men de voorzichtige conclusie trekken, dat de gevolgen die deze ramp teweeg heeft gebracht niet beperkt zijn gebleven tot de directe slachtoffers van Nieuw Vossemeer. Voor velen heeft het water, dat in 1953 Nieuw Vossemeer tot ellende dreef, een heengaan voor altijd betekend. Het directe verlies van het relatief grootste aantal slachtoffers per gemeente - niet veel families bleven bespaard van een pijnlijk heengaan van een of meer leden - alsmede de grote materiële offers die gevraagd werden - boezemde velen in en buiten Nieuw Vossemeer angst in hier hun woonplaats te hebben. In de elf jaren, waarin de meeste gemeenten in Nederland een snelle groei doormaakten, bleef onze gemeente in inwoner aantal gelijk. Als vergelijk moge dienen, dat van 1951 tot en met 1963 de provincie Noord-Brabant een groei doormaakte van 1.267.000 inwoners naar 1.605.800 inwoners, dat wil zeggen van 338.800 inwoners ofwel 27,43 van de provinciale bevolking. Gelukkig is na 1963 het getij gekeerd; in 1964 groeide onze gemeente met 39 inwoners, in 1965 niet 73» in 1966 met 54 en in 1967 met 18, in percentages uitgedrukt komt dit neer op respectievelijk 2,3 4,2 3 en 0,99 Het laatste jaar is een ongunstige uitschieter in dit viertal jaren, dat een behoorlijk bevolkingstoename laat zien.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1968 | | pagina 2