De heer PERDAEMS vindt de kosten daarom veel te hoog en
vraagt hoofdelijke stemming.
De heer VAN LOENHOUT vraagt wat voor een afrastering dit
zal zijn en wil inhaken op wat de heer PERDAEMS stelt,
waarhij hij opmerkt dat vanaf de kade tot aan de zoute-
sluis reeds een afrastering is.
De VOORZITTER zegt dat dit voorstel inhoudt een aanslui
ting op de bestaande afrastering van 800 meter,waar nog
geen wandelovergangeh zijn,en dit dus een vervolg-voorstel
is op dat van vorig jaar.
De VOORZITTER deelt mede dat ook de gemeente Steenbergen
en Halsteren voor deze afrastering zeer geporteerd zijn,
terwijl voor een goede beweiding en instandhouding van de
dijk,deze afrastering met enkele wandelgangende mogelijk
heid biedt,hier ongestoord te wandelen en te vissen.
De heer PERDAEMS zegt dat hij er ook meermalen is geweest
en dat zeker 2/3 van dat gedeelte niet gebruikt wordt door
de vissers,daar hier de gorsen liggen.
De VOORZITTER stelt dat bij hoog water hier zeer zeker
gevist wordtterwijl ook de wandelaarshier ongestoord
kunnen genieten van het water en de zee.
De VOORZITTER kan nog mededelen dat reeds een groot ge
deelte vanaf glymes in de richting van het dorp door schaap
herder VAN MEEL is af gerasterdzodat nog ongeveer 1-g- KM
overblijft voor do gemeente.
De VOORZITTER vindt dat het bedrag zolaag mogelijk is ge
houden omdat de heer VAN MEEL heeft voorgesteldhet werk
zelf uit te voeren en dat hier helemaal geen kapitale dure.
afrastering behoeft te worden geplaatst.
De VOORZITTER ligt het voorstel nader toe met betrekking^
tot de kosten van afrastering met 2 overgangen,terwijl
schaapherder VAN MEEL dan toch zijn schapen ongestoord kan
laten weiden en het nuttige ook met het aangename is ver
enigd
De heer OLARIJS vraagt of hierin ook is begrepen de af
rastering van het strand tot aan de ^"roehewegwaarop de
VOORZITTER ontkennend antwoordt.
De VOORZITTER zegt dat men wel een vergunning heeft van
de Brabantse Bandijk voor een wandelplaats en dat voorbij
de Groeneweg ook al een gedeelte door een particulier is
afgerasterd en wil volgend jaar met een voorstel komen om
ook het gedeelte vanaf het zwembad tot Groeneweg af te
rasteren.
De heer PERDAEMS zou met heel deze afrastering willen
wachten,daar de veehouders j deze dijken goedkoop
pachten en dit zelf doen.
De VOORZITTER vindt dat men niet moet wachten om straks
gebruik te kunnen maken van een andermans afrastering.
De heer VAN LOENHOUT vindt de afstand tussen de 2 dijk-
overgangen bij Zoutesluis en Glymes toch wel te groot en
zou de dijkovergang die bij het Glymes is geplantliever
korter bij het dorp zien,b.v.ter hoogte van de heer VAN
OORSCHOT.
De VOORZITTER wil de dijkovergang bij het Glymes toch
handhaven,omdat daar vele mensen aan de zee komen,waar
door deze mensen de richting wordt aangegeven de dijk over
te steken.Een dijkovergang meer zou dan nog nader kunnen
worden bezien.
De heer VAN MEEL is bang voor verdere kosten van onder
houd en is er wel voorwanneer de kosten zo laag mogelijk
worden gehouden.
De heer PERDAEMS verlangt hoofdelijke stemming.