De VOORZITTER hoopt deze belangstelling een keer om te zetten in activiteit.Het niet aangewezen zijn als stimuleringsgebied,kerngemeente en industriegemeente heeft ons beleid ten zeerste doorkruistdaar een kleine gemeente die moet vechten voor haar bestaan evenzeer stimulans nodig heeft dan een grote gemeente die moet vechten voor uitbreidingaldus de VOORZITTER. De VOORZITTER zegt verder dat men hier helemaal geen industrie—gemeente wil worden en helemaal geen concu- 1; ent ie wil aandoen aan gemeenten die industrie in hun schilt voeren,ma ar dat men hier wel wil zorgen voor de aankleding van de plaats,wil de gemeente überhaupt kunnen blijven bestaan. Wanneer ik U zeg dat we een goede uitrusting van de brandweer hebben,met voortreffelijk materieel mensen hebben met een zeer goede instelling,maar dat^de^ gemeente waarschijnlijk afgebrand zal zijn,voor de brandweer uit kan rukken,gewoon door het feit,dat, met uitzondering van enkele mensen,niemand ter plaatse aanwezig is om de zaak te bevolken, aldus de VOORZ-lTTER. Wil men een kleine gemeente de kans geven om mee te draaien in het bestel, en de VOORZITTER is van mening dat men die kans wil geven,alleen al op grond van het feit dat men de gemeente laat bestaan gezien zijn be noeming als burgemeesterdan houdt dit volgens de VOORZITTER tevens in mogelijkheden te bieden om hier enige nijverheid te krijgen. De VOORZITTER wil allerlei activiteiten ontwikkelen en hoopt dat men over enige tijd zover zal zijn,dak er voor een plaatselijke aankleding voor werkgelegen heid voldoende ruimte zal zijn. Verder zegt de VOCRZITTER dat,wanneer men stelt dat deze gemeente een landelijke gemeente is,waar meer dan 50$ van de mannelijke beroepsbevolking in de agrarische sector werkzaamis, dak men dan wel begrijpt hoeveel misverstand er op dit gebied elders heerst. De VOORZITTER zegt dat Burgemeester en Wethouders in overweging hebben over dit alles een folder samen^ te stellen,waarin een en ander duidelijk en uitgebreid voor de dag komt. Hij hoopt dat dit in de eerste helft van 1968 een feit zal zijn,gericht op woningbouw, recreatie en zeker ook op enige industrie-vestiging. Wat de recreatie betreft wil de VOORZITTER stellen dat de recreatie een van de voornaamste punteh blijft, gezien de ligging van deze gemeente in het landelijke gebied De VOORZITTER stelt dat men moet bedenken dat Antwerpen - Bergen op Zoom en Dintelmond - Rotterdam naar elkaar toe groeien waardoor onze recreatie met het kanaalschap dat binnenkort naar huiten gaat treden, niet alleen een West-Brabants of Provinciaal belang gaat worden,maar zelfs een Nationaal on Indernationaal belang. De uitbreiding van de recreatie waaraan elders ge dacht wordt,aldus de VOORZITTER, is een uitbreiding die een gebied bestrijktgroter dan het gebied van Nieuw-Vossemeer De VOORZITTER zegt daarnaar te zullen moeèen streven wil men als gemeente ook op behoorlijke wijze parti ciperen in die belangrijke taak die men heeft,n.m.om te dienen als recreatie-gebied.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1967 | | pagina 87