De VOORZITTER zegt dat de termijn van 1 jaar een fatale termijn isd.wz.wanneer men "binnen 1 jaar niet is gekomen tot het ontwerp-bestemmingsplan,Burgemeester en Wethouders gehouden zijn de bouwaanvragen,die na dat jaar plaatsvinden, te behandelen als gewone aanvragen. Men gaat dus niet het oude besluit verlengendoch men neemt een nieuw voorbereidingsbesluitaldus de VOORZITTER. De VOORZITTER deelt ook mededatvanwege de diverse be langen die hieraan vastzitten voor de bewoners van dit gebiedBurgemeester en Wethouders na een half jaar,dus ongeveer mei 1968,dit nogmaals onder ogen zullen zien om te concluderen of men met deze voorbereiding van dit plan moet doorgaan,dan wel hiervan moeten afzien.Dit plan heeft n.m.volgens de VOORZITTER voor een kleine gemeenschap naar verhouding veel meer consequenties dan voor een grote gene entedaar het economisch ook verantwoord moet zijn. Het houdt n.m.in dat or in deze oude dorpskern heel wat huizen gesaneerd zullen worden. De VOORZITTER heeft hierbij echter ook een lichtpunt, n.m.do mogelijkheid tot een uitkering uit het sanerings fonds van 80$ van de verwervingskosten der percelen,die naar het oordeel van dit saneringsfonds hiervoor in aan merking komen.De VOORZITTER zegt dat onderhandelingen zul len plaatsvinden en dat in mei 1968 zal blijken of dit plan economisch verantwoord en mogelijk zal blijken te zijn. Hierna geet de VOORZITTER een uitvoerige toelichting omtrent de schadeloosstellings-regelingwaarbij een nader aan te wijzen commissie,het gemeentebestuur hierin zal adviseren. Op grond van deze aangelegenheid wil de VOOR ZITTER,namens Burgemeester en Wethouders dit voorstel nog eenmaal doen,om hierdoor Burgemeester en Wethouders de mogelijkheid tc geven dit geval nader te bezien. De heer VIN MEEL zegt dit alles voor hem een fata-morfana lijkt,daar hij van. mening is dat het wel 20 jaar kan duren eer dit alles verwezenlijkt zal zijn. Hij vindt het een slag in de lucht en zegt dat de betrokken mensen niets meer aan hun woningen kunnen herstellen of ondernemen. De VOORZITTER zegt dat plannen maken heel wat anders is dan plannen uitvoeren en dat men eerst een plan zal moeten hebben,wil men het gaan uitvoeren. Het plan maken vergt enige tijd,het plan uitvoeren verg^ veel meer tijd,aldus de VOORZITTER. En als een aantal jaren van 20 wordt genoemd,dan gelooft de VOORZITTER dat de heer VAN HEEL niet ver van de werke lijkheid af is. Met betrekking tot de 2e opmerking van de heer VANMEEL dat de betrokken mensen niets zouden kunnen ondernemen wil de VOORZITTER een aanmerking maken.Volgens de VOORZITTER kunnen deze mensen in zoverre niets ondernemenwanneer het in strijd zou zijn met de betsemming van het plan,maar wanneer zij een bestemming willen gaan. verwezenlijken die volgens de bedoeling van het plan is,dan kunnen zij dit doen en moeten Burgemeester en Wethouders dit ook toestaan. De heer VAN MEEL vindt het een verschrikkelijk iets voor iemand die een zaa^ heeft en deze onmogelijk kan uitbrei den en moderniseren. De VOORZITTER haakt hierop in met oen toelichting wat de uitvoerbaarheid betreft.Een interne verbetering in een zaak zou volgens de VOORZITTER toch evengeod kunnen plaats vinden,daar het plan dit niet kan tegenhouden.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1967 | | pagina 78