WERKEGELENHEID De plaatselijke werkgelegenheid bleef in het afgelopen jaar op hetzelfde, zij het op een te laag peil. Een lichtpuntje was de vestiging van de nieuwe fabriekshal van de heer M.A. de Greef voor de uienwasserij en schillerijDe voorgenomen aanmerkelijke uit breiding van het bollenbedrijf van de Gebrs. de Keijzer is voor onze gemeente bijzonder welkom. De vestiging van kleine en aan onze plattelandsgemeente aangepaste industrieën is overigens ook in het verslagjaar achterwege gebleven. Per 31 december 1966 stonden er een totaal van 42 werklozen op het Gewestelijk Arbeidsbureau ingeschreven. Rekening houdende met de jaarlijkse terugkerende seizoen werkloosheid trond deze tijd is het huidig aantal werklozen voor onze gemeentè niet onrustbarend en behoeft de noodklok nog niet te worden geluid. Wij hebben inmiddels wel voorbereidende maatregelen getroffen om voldoende projecten te hebben in het kader van de werkloosheid voorziening, VERENIGINGS- EN GEMEENSCHAPSLEVEN s Het verenigingsleven heeft in het afgelopen jaar zijn ups- er- downs wel gekend. Verschillende indertijd bloeiende verenigingen zijn in activiteiten achtergebleven. Anderen hebben getuigd van mooie en van werkelijkheidszin getuigende initiatieven en activiteiten. Het zomeractiviteitenprogramma in het kader van de recreatie zal onherroepenlijk ook bijdragen tot een bredere activering van het plaatselijk verenigingsleven. Dank wil ik brengen aan de E.E. Zusters en aan die ingezetenon. die zich in 1966 beijverd hebben om zowel het gemeenschapsleven, het plaatselijk verenigingsleven en het organisatieleven, als het sociaal charitatief werk zo belangloos te dienen. STREEKSAMENWERKING Het struktuurplan "Drie Provinciendam" voor het gebied van de Zuid-Hollandse, Zeeuwse en Westbrabantse samenwerkende gemeenten in de omgeving van de Haringvliet, de Volkenraksluizen, de dam over de Hellegatplaten en rond de dam door de Grevelingen is jammer- genoeg in de vergetelheid geraakt. Het door Prof.Wieger Bruijn en Ir.Schut gemaakte ontwerp en uitgebracht rapport had naar mijn mening een zeer goede basis kunnen zijn en ook moeten zijn voor een bredere samenwerking tussen de daarbij betrokken gemeentèn ten behoeve van de ontwikkeling van het 14 gemeenten grote gebied. Hadden de moeilijkheden daarvoor te groot geweest, welke moeilijk heden ik beslist niet wil ontveinzen, dan had het in de gegeven om standigheden voor de bij deze samenwerking betrokken West Brabantse gemeentebesturen in feite aanleiding moeten zijn het samenwerkings- overleg op basis van het voorgelegde studiemateriaal voort te zetten. Bij de bestudering van de tweede nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland en van de daarbij behorende ruimtelijke struk- tuurschets zou men thans namelijk moeten concluderen, dat van rege ringszijde bij de opzet van deze nota geen kennis werd gedragen van het bestaan van de gedegen studie van de Drieprovinciendam. De in het rapport van de Drieprovinciendam neergelegde toekomstige ontwikkeling rond de Dintelmond en rond de Rodevaartmond is in de nota over de Ruimtelijke Ordening niet overgenomen. Het geheleV b gebied is thans opgegaan in de zogenaamde centrale open ruimte. De belangen van West Brabant zijn daarmede beslist niet gebaat Het Eendrachtsschapdat als samenwerkingsverband van de aan de Eendracht grenzende gemeenten een sterke stimulans moet geven aan de recreatieve Ontwikkeling van de streek, is thans in een beslissend stadium gekomen.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1967 | | pagina 5