'i'i VOORSTEL TOT HET EE SCHIKBAARSTELLEN HET BEDRAG PER LEER LING'EX. ART .101 DER L.O.WET 1920V00R HET JAAR 1967.Doss. 1.851.20772") Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,het bedrag per leerlingbedoeld in artikel 101,vijfde lid der lager- onderwijswet 1920,voor het jaar 1967 te bepalen ops E. 80,voor gewoon lager-onderwijs f.120,voor voortgezet gewoon lager onderwijs. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE PLA/TSELIJKE BELASTING- VERORDENINGEN EN DE IE GETFËRORDENING Doss ."714 De VOORZITTER verwijst hierbij "naar het uitgebreid overzicht van de opbrengsten en kosten der diverse be lastingheffingen en vindt jammer de tijd niet te hebben gehad een dorpsbelang te doen uitgaan om dit ook aan het publiek te doen toekomen,waardoor de inwoners ook een beter inzicht en begrip hadden gekregen voor de situatie die momenteel aanwezig is. De optrekking der belastingen is 5 jaar geleden en ge zien de financiële situatie,is het,wanne er met deze voorstellen accoord wordt gegaan,missèhien mogelijk,in 1967 nog het een en ander gedaan te krijgen,aldus de VOORZITTER. Hierna licht de VOORZITTER het bijbehorende overzicht uitvoerig toe. De heer PERDAEMS stelt voor de verhoging van de straat belasting te koppelen aan de intrekking van de baatbe lasting.De heer VAN MEEL vraagt hoofdelijke stemming. De heer VAN LOENHOUT wil met 2 emmersslechts eenmaal per week huisvuil doen ophalen en vindt het jammer dat geen dorpsbelang is uitgegaan,daar de massa van de noodzaak van deze verhoging niets af weten. De VOORZITTER vindt de baatbelasting ook onbillijk en zegt dat dit ook in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is besprokenmaar dan zou de verhoging van de belasting nog groter moeten zijn om in 3 jaar tijd deze baatbelasting te doen vervallen, y De VOORZITTER zegt tot de heer VaN LOENHOUT dat men, door in plaats van 2 keer,l keer vuilnis op te halen, een stap terug zou gaan doen,en vraagt zich daarbij nog af of men in 1 dag zou kunnen rond komen. Wat betreft het dorpsbelang,dit kan de VOORZITTER onder strepen, dit is in verband met de werkzaamheden niet moge lijk geweest,doch in het volgende dorpsbelang zullen de mensen nader worden ingelicht. De VOORZITTER stelt dat de heer VAN MEEL hoofdelijke stemming heeft verlangd. Na hoofdelijke stemming wordt met 4 stemmen voor en 3 stemmen tegen (tegen de heren M.J.J.PERDAEMSP.J.Th. VAN MEEL en M.P.CLARIJS) besloten: a.De verordening op de heffing en invordering van straat- belasting in de gemeente Nieuw-Vossemeer,vastgesteld bij raadsbesluit van 29 mei 1962 en gewijzigd bij raads besluit van 10 januari 1963tewijzigen alsvolgt Artikel JL In artikel 4,lid I,"ónder 1,wordt in plaats van "tien procent" gelezen "vijftien procent";en in lid II onder 1 wordt in plaats van "vijf procent" gelezen "tien procent" Artikel 2 Deze verordening wordt voor het eerst toegepast over het belastingjaar 1967.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1966 | | pagina 63