De heer ?AU MEEL gelooft dat het zeer belangrijk is nog
zoveel mogelijk te doen voor onze gemeentenaren,daar het
straks misschien te laat is en men zich dan niet meer zal
bekommeren om een kerkdorp.
Verder informeert de heer VAN MEEL naar een ventuele subsi
die van de C.T.D.voor verharding van polderwegen en een mo
gelijkheid van subsidie voor de stichting van een gemeen
schapshuis zoals b.v.in de gemeente Huijbergen (90$).Verder
mist deheer VAN MEEL bij de kapitaalswerken de aanleg van de
rondweg en wil de afschaffing van de baatbelasting voor
water en electriciteit.De heer VAN MEEL vraagt of er geen
meerdere inkomsten te verwachten zijn van het rijk voor wegen
en recreatie en hoe de kosten van het kanaalschap zullen
worden gefinancieerd.Tot slot merkt de heef VAN MEEL op dat
de oude raad plaats heeft moeten maken voor deze nieuwe raad
die boordevol plannen is,hetwelk in woord en geschrift is
geuit en hoopt dat deze raad dan ook met diverse plannen
zal komen,die de heer VAN MEEL graag mee zal helpen uitvoeren
wanneer dit in het belang zal zijn van de gemeente.
Ie VOORZITTER dankt de heren sprekers die hier een heel
boekje open gedaan hebben met vragen,die zo direct maar niet
zijn te beantwoorden en op voorstel van de VOORZITTER wordt
de vergadering een ogenblik geschorst voor het nazien van de
diverse vragen,waarmede de raad acooord gaat.
Na heropening door de VOORZITTER ,wil deze zoveel mogelijk
trachten antwoord te geven op de vragen en suggesties van de
heren van LOENHOUT EN VAN MEEL
Inderdaad stelt de VOORZITTER dat men f.35000,heeft
moeten bezuinigen op de gewone dienst met betrekking tot
openbare werken en dienstverlening en dat hij het eens is
met de heer VaN LOENHOUTdat men beter andere posten hier
voor had kunnen opzoeken,doch dat die andere posten meestal
betreffen de z.g.verplichte uitgaven die door de wet worden
opgelegd.De VOORZITTER is het eens met de heren VAN LOENHOUT
en VAN MEEL,die prosteren tegen de terugbetaling van de ga
rantieuitkering, waarop men de verzorging had gebaseerd van
de gemeente na de ramp.De VOORZITTER vindt het een ongezonde
politiek en dat de bestedingsbeperking hieraan ook deel heeft.
Hij is het eens met de heer VAN MEEL,dat men nog meer had
moeten doen,dan had het rijk deze uitkering niet kunnen ont
houden,doch zegt dat hij met opzet dit bedrag uit de begro
ting heeft gehoudendaar men anders nooit goedkeuring zou
krijgen van Gedeputeerde Staten,daar dit college dan zelf
de posten was gaan verlagen en vindt het toch wel juist,zo
veel mogelijk baas in eigen huis te blijven.Ohk de VOORZITTER
is het eens dat in 1967 het uitvoeren van kapitaalswerken
onmogelijk wordt,doch hoopt dat straks toch nog diverse wer
ken uitgevoerd kullen kunnen worden als aanvullende werken
met subsidie van het rijk,o.a.riolering Heense-MolenHoogte
rioolzuiveringverharding wegen,wegenplan Noord etc.
De VOORZITTER stelt dat Burgemeester en Wethouders zoveel
mogelijk dilligent zullen blijven om zoveel mogelijk werken
naar voren te schuiven als aanvullende werken en zegt dat
Staatsecretaris de Meijer terdege op de hoogte is van de
toestand
De VOORZITTER vindt het onbegrijpelijk dat kleine gemeenten
geen staat zullen kunnen maken op een verdere gemeentelijke
woningbouw en zegtdatwanneer dit doorgang zou vinden,de
kleinere gemeenten de mensen niet meer voldoende aan woonge
legenheid zullen kunnen helpen.