3.
tegemoetgezien en de twee door de bouwvakwerknemers van Dorst
en Loos te bouwen vrijetijdswoningen aan de Rode Kruisstraat,
waarvoor in het kader van de ministeriele nota, betreffende
een pluriform en expansief bouwbeleid en passend in het scala
van aangekondigde maatregelen ter verhoging van de bouwcapaciteit
ook binnenkort de ministeriele goedkeuring moet kunnen worden
ingewacht
Wij hopen bovendien, dat het woningbouwprogramma, betreffende
het gezamelijk woningbouwbeleid van de 8 samenwerkende gemeenten
namelijk het regionale arbeidsbesparend woningbouwproject van
896 woningen voor de jaren 1964, 1965 en 1966 zo spoedig mogelijk
in uitvoering zal kunnen worden genomen.
Deze regionale samenwerking is van bijzonder grote importantie
voor het gehele West Brabants Gewest en zal de beslissende stap
kunnen zijn naar de algemene leniging van de woningnood in
de samenwerkende gemeenten. Deze beslissende stap zal echter
dan pas werkelijk en spoedig kunnen worden gezet, wanneerde sfeer
en de omstandigheden rond dit moeilijke, maar ideale bouwplan ook
uit psychologisch oogpunt gunstig6zullen worden, namelijk doordat men
afstand zal durven nemen van het bestaande wantrouwen en ook
positief ssaldurven geloven in het uiteindelijk resultaat.
De samenwerking tussen de acht gemeenten is op een zeer prettige
wijze tot stand gekomen; met dit project wordt bovendien
arbeidsbesparend gewerkt en wordt de maximale bouwcapaciteit
in het gewest bereikt, weshalve naar de letter en de geest
van de ministeriele bouwnota van eenieder de uiterste medewerking
mag en moet worden verwacht.
In het verslag jaar is overigens de laatste hand gelegd aan het
herstel van de zoujjschade in het gemeentelijk woningbezit.
Met medewerking van de rijksoverheid is het laatste complex van 8
woningen behandeld. De 7 onbewoonbaarverklaarde woningen aan de
Hogendijk zijn in de loop van 1963 geamoveerd. Het terrein zal
binnenkort ge-egaliseerd worden opgeleverd.
Het ligt in de bedoeling van het college van burgemeester en
wethouders binnenkort nogmaals een onderzoek in te stellen naar
de mogelijkheden tot verkoop van woningwetwoningen aan particulier
en. Het is ons namelijk gebleken, dat een bepaalde 'a!nimo onder
de huurder toch wel aanwezig is. In bevestigend geval zullen
U nog nadere voorstellen worden gedaan. Ook moet er rekening mede
worden gehouden, dat ten behoeve, van de financiering van de door
de woningbouwvereniging te bouwen 8 corporatiepremiewoningen
een klein gemeentelijk woningbouwcomplex in beheer en onderhoud
aan de regionale bouwvereniging zal moeten worden overgedragen.
Dit ontmoet overigens weinig of geen bezwaar wanneor een goed