51. Bij hoofdstuk VIII betreffende het onderwijswil de VOORZITTER het bedrag per leerling thans nog niet vast stellen, doch in een volgende vergaderingwaarin hij dan met een uitgebreid voorstel wil komen.In verband hiermede zegt de VOCR ZITTER dat in de vergadering van de begrotings commissie is gesteld,dat er in de vloeren van de Jongens school meerdere gaten zouden voorkomenwat toen door de VOHZITTER is ontkentomdat door het Schoolbestuur destijds was verzekerd dat het onderhoud zeer goed zou worden nage komen.Nadien heeft het architectenbureau Rampart en Muis voorde Jongensschool een begroting ingediend van 1.8820.- voor diverse werkzaamheden. De heer den Boer heeft heden morgen op verzoek van de VOORZITTER controle uitgeoefendin verband met een in sep tember aan het schoolbestuur gerichte briefwat geen betrek king had op de vloeren,maar op de gotendakbedekking plafonds en buitenschilderwerk.Wat betreft het buiten schilderwerk dient gedaan te worden als gewoon onderhoud, te betalen uit het bedrag per leerling,zo ook onderhoud en schoonhouden van de goten. De VOORZITTER zegt dat volgens Bouwtoezicht de goten en het d ak niet vernieuwd behoeven te worden,doch wel regelmatig dienen te worden schoonge- houden en onderhouden. De VOORZITTER vond het dan ook niet prettigthans weer geconfronteerd te worden met een bedrag van ruim f. 8000--voor achterstallig onderhoucldaar 5 jaar geleden de sanering heeft plaats gehad. Na deze controle was de VOORZITTER inderdaad tot de conclusie gekomen dat er gaten in de vloeren waren en spreekt er zijn verbazing over uit dat dit niet is gerepareerd uit het dagelijks onderhoud. Een aanvraag ex.artikel 72 voor vernieuwing is er nooit gekomenafgezien van het feit of dit artikel 72 had kunnen zijn,en de VOORZITTER stelt dat het schoolbe stuur hierop in ieder geval het gemeentebestuur had moeten attenderen, en dat hij mag verwachten dat in ieder geval zulke dingen minstens provisorisch gemaakt worden. Verder is volgens Bouwtoezicht niets gedaan aan de plafondsbuitenschilderwerk (behalve wat bijpleisterwerk) en de VOORZITTER wil het schoolbestuur dan ook wijzen op de de plichten die het schoolbestuur heeft met betrekking tot het onderhoud. De VOORZITTER wil graag toegeven dat het bedrag per leerling niet aan de hoge kant is,maar dat anderzijds men het gemeentebestuur niet kar betichtendat men de aanvragen ex.artikel 72 heeft beknibbeld. Ook zegt de VOORZITTER dat in de Jongensschool men nog werkt met leer methoden van 10 jaar terug. Mocht men dus veronderstellen dat aan onderhoud weinig is gedaan,dat men dan goed zou zitten met de leermiddelen; ook dit is niet het geval, daar deze zijn verouderd. Door deze feiten te stellen vraagt de VOORZITTER hem gelegenheid te geven in deze materie verder in te duikenom dan i$ een volgende ver gadering met een voorstel te komen.Hij gelooft dat men dan verantwoord is,wanneer men zorgt dat de Jongensschool weer aan nieuwe leermiddelen komt,door een voorstel ex. artikel 72en dat ook tot verhoging van het bedrag per leerling kan worden overgegaanwanneer de gemeente de zekerheid krijgt,dat de gebouwen ook goed zullen worden onderhouden en in stand worden gehouden.Wanneer kan wor den aangetoond dat men dan tekort komt,dan heeft de gemeent nog nooit geweigerd op een aanvraag ex.artikel 72,of een aanvraag voor verhoging van het bedrag per leerling afge wezen

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1963 | | pagina 51