{van de zijde 241 De VOORZITTER vraagt in welke vorm de heer SWAGEMAKERS dit afgehandeld wil zien,waarop de heer SWAGEMAKERS ant woordt dat de raad zich hierover maar moet uitspreken. De VOORZITTER zegt dat dus dat aan de orde is het inge komen schrijven van het Provinciaal Contact Huisvesting Bejaardenwaarvan de inhoud bij alle leden van de raad be kend is,en waarin de suggestie wordt gedaan om een onder zoek in te stellen naar de totale behoefte van de bejaarden in deze gemeente. De uitslag hiervan zou,vólgens de VOOR ZITTER, bepalend kunnen zijn voor het al of niet oprichten van een bejaardentehuis, c.q.bejaardenwoningen. De VOORZITTER zegt dat hij naar aanleiding van dit schrij ven een bespreking heeft gehad met de Pastoor van Nieuw- Vossemeer, de voorzitter van het parochieel-centrum en Moeder-Overste bestuurslid van het stichtingscomité en dat het resultaat van deze bespreking wasdat men inderdaad meende de uitslag van dit onderzoek te moeten afwachten. De VOORZITTER zegt dat dit ook de mening is van Burge meester en Wethouders en dat het ook zin heeft om het onderzoek af te wachten. De VOORZITTER deelt dan mededatwanneer men/van het stichtingsbestuur zou menen dat dit onderzoek niet afge wacht moet wordenBurgemeester en Wethouders van mening zijn dat hiertoe klemmende redenen dienen te zijn van dien aard,dat inderdaad hiermede niet langer gewacht kan worden,maar dat vooralsnog door het college van Burgemees ter en Wethouders deze redenen niet worden gezien. De heer ROOZEBOOM zegt dat ook hij destijds aanwezig is geweest op de bespreking met het Provinciaal Contact met de diverse personen die hierbij betrokken waren,dat er toen over en weer is gepraat,dat hij nadien hierover eens ernstig heeft nagedacht en dat hem toen een ding erg heeft bevreemd,n.m.dat datzelfde orgaan van te voren de volle medewerking aan het plan heeft gegeven,maar dat op die bewuste bijeenkomst diezelfde heren bijna unaniem een andere mening waren toegedaan. De heer ROOZEBOOM begrijpt niet goed waarcm deze mensen zo op slag en stoot veranderd zijn. De heer ROOZEBOOM merkt nog op daten op een bijeen komst in het patronaat,en op een bespreking in het gemeen tehuis voornamelijk steeds is geredetwist tussen de Stich ting en de Burgemeester en dat deze zaak thans in een stadium is gekomen om hieraan een einde te maken.De heer ROOZEBOOM zegt dat deze zaak reeds dateert van 1959 waar bij de VOORZITTER opmerkt dat dit reeds vanaf 1957 hangende is,waarna de heer ROOZEBOOM voorstelt de raad zich te laten uitspreken om de gevraagde gelden beschikbaar te stellen ja of neen of misschien gedeeltelijk. 9

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1960 | | pagina 51